nr. 12
MOTIE VAN HET LID HARREWIJN C.S.
Voorgesteld 18 april 2000
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat het vastleggen van het Schattingsbesluit medisch arbeidsongeschiktheidscriterium
in een algemene maatregel van bestuur bedoeld is om meer helderheid en eenduidigheid
te creëren bij keuringen betreffende moeilijk objectiveerbare aandoeningen;
overwegende, dat niet altijd een aanwijsbare ziekte of gebrek is te benoemen
terwijl toch sprake is van stoornissen, beperkingen of handicaps waardoor
verminderde of geen belastbaarheid voor de arbeid bestaat;
overwegende, dat bij de beoordeling van arbeidsongeschiktheid niet louter
op de klachten van betrokkene mag worden afgegaan maar dat door middel van
gangbaar verzekeringsgeneeskundig onderzoek het feitelijk bestaan en de consistentie
van de klachten en beperkingen moet worden vastgesteld;
van mening, dat de uitspraak – RSV 1999/7 – van de Centrale
raad van beroep uitgelegd kan worden als een afwijzing van gangbare verzekeringsgeneeskundige
methoden om in het geval van moeilijk objectiveerbare aandoeningen toch beperkingen
in of de afwezigheid van belastbaarheid vast te stellen;
van mening, dat dit de helderheid en eenduidigheid van de keuringspraktijk
kan vertroebelen;
verzoekt de regering de passage die verwijst naar en citeert uit de uitspraak –
RSV 1999/7 – van de Centrale raad van beroep uit de nota van toelichting
van de onderhavige algemene maatregel van bestuur te schrappen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Harrewijn
Schimmel
De Wit
Van Dijke