25 022
Aanpak van de bereikbaarheid in Nederland

nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 21 mei 1997

Tijdens het nota-overleg over de nota Transport in Balans op 24 februari 1997 (25 022, nr. 9) is door enkele leden van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat gevraagd, wat de totale investeringskosten van de projecten van het Centraal Overleg Vaarwegen (COV) zijn en wat van die projecten uitvoerbaar zou kunnen zijn.

Voor een deel worden er reeds van de door het COV voorgestelde projecten uitgevoerd, of in de periode vanaf 1 januari 1998 in uitvoering genomen. Ik doel dan bijvoorbeeld op (deel-)projecten van zowel de Waal als de modernisering van de Maas, verbetering van de kunstwerken van de Fries-Groningse kanalen en de insteekhaven Vossenberg.

Tegelijkertijd heb ik bij de behandeling van de nota Transport in Balans gesteld dat toch ook verschillende COV-projecten niet of niet op korte termijn kunnen worden gerealiseerd. Het gaat dan om met name:

– de verwijdering van de drempel in het Winschoterdiep;

– verhoging van enkele bruggen over de Twenthekanalen;

– aanpassing van de bruggen over het Hartelkanaal;

– aanpassing van de brug en bocht bij Overschie;

– uitbaggeren van de vaarweg naar Schiphol;

– het verbeteren en uitbaggeren van de vaarweg naar Drachten (Hooidamsloot);

– het zonodig verbeteren van de sluis bij Weurt en het plaatsen van een andere brug aldaar (nieuwe keersluis bij Zwartsluis);

– verbetering van het burgemeester Deelenkanaal;

– aanleg van een multimodale terminal bij Valburg en

– verruiming van het traject Almelo–Coevorden.

Een eerste en voorlopige schatting leert, dat voor deze projecten in totaal ca. f 750–950 mln benodigd is.

Belangrijk is, en ik onderstreep dat nog maar eens, dat vrijwel al deze projecten (nog) niet uitvoeringsgereed zijn. Van diverse projecten moet zelfs nog een verkenning worden gemaakt. Ik houd uiteraard de Kamer op de hoogte van de eventuele voortgang van deze projecten door het MIT.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven