nr. 43
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 23 januari 2003
Met mijn brief van 30 oktober jl., kenmerk ez02 000 507, heb
ik gereageerd op uw verzoek van 30 september jl. om u een Kabinetsstandpunt
toe te sturen over de beschikbare financiële middelen voor de derde investeringsimpuls
in de kennisinfrastructuur (ICES/KIS-3). Aangezien ik op dat moment niet aan
uw verzoek kon voldoen, heb ik u meegedeeld in overleg te treden met mijn
collega ICES/KIS-ministers om de mogelijkheden te bezien om u toch zo spoedig
mogelijk te kunnen informeren over het door u gevraagde Kabinetsstandpunt.
Thans bericht ik u hierover als volgt.
Op 26 maart jl. (TK, 2001–2002, 25 017, nr. 41) bent u geïnformeerd
over de voortgang van het ICES/KIS-3 traject. In deze brief is onder meer
ingegaan op de doelstelling van ICES/KIS-3, de fasering van het traject en
de nog te ondernemen acties. Ik heb u meegedeeld dat met de prioritering van
de kennisthema's en de beleidszwaartepunten de tweede fase van het traject
was afgerond. Over de derde fase in het traject, de uitnodiging aan vraag-
en aanbodpartijen in de onderzoeksinfrastructuur om op de geprioriteerde thema's
of op het kruisvlak van deze thema's projectvoorstellen in te dienen, is in
de brief onder meer het volgende verwoord:
• vanuit het streven naar een transparante en rechtszekere procedure
krijgt de uitnodiging tot het indienen van projectvoorstellen de vorm van
een algemene maatregel van bestuur (amvb);
• de amvb wordt bij de Europese Commissie aangemeld voor de toets
op elementen van staatssteun en de uiteindelijke goedkeuring ervan.
Kort na de brief van 26 maart jl. is de amvb bij de Europese Commissie
aangemeld. In deze amvb zijn onder meer de eisen aan de samenstelling van
het kennisconsortium en aan het in te dienen projectvoorstel opgenomen evenals
de subsidiabele kostenposten en het subsidiepercentage. De Europese Commissie
heeft de amvb in overeenstemming bevonden met de EU-staatssteunregels. De
amvb en de bijbehorende ministeriële regeling zijn december jl. in het
Staatsblad resp. de Staatscourant gepubliceerd. Het Kabinet heeft besloten
om in deze ministeriële regeling een bedrag van € 802 mln.
op te nemen als beschikbaar budget voor de financiering van projecten
binnen de geprioriteerde kennisthema's of het kruisvlak van deze thema's.
Voorts heeft het Kabinet besloten tot een zelfde prioritering van de kennisthema's
en beleidszwaartepunten, zoals die door het vorige Kabinet in de brief van
26 maart jl. is weergegeven.
Het volgende Kabinet zal op basis van de kwaliteit van de ingediende projectvoorstellen
besluiten over het definitief beschikbare budget voor ICES/KIS-3 en de verdeling
van dit budget over de projectvoorstellen, de kennisthema's en de beleidszwaartepunten.
Om de beslissingsruimte voor het volgende Kabinet niet in te perken is het
beschikbare budget van € 802 mln. in de ministeriële regeling
noch op voorhand verdeeld over de kennisthema's, noch over de beleidszwaartepunten,
noch over de perioden 2003–2006 en 2007–2010.
Zoals in de brief van 26 maart jl. reeds aan u is meegedeeld, is voor
de besluitvorming door het volgende Kabinet een adviserende rol voorzien voor
een Commissie van Wijzen ICES/KIS. Deze commissie zal voor het opstellen van
het advies gebruik maken van de resultaten van onafhankelijke beoordelingen
van de afzonderlijke projectvoorstellen op de wetenschappelijke kwaliteit
enerzijds en de maatschappelijk-economische relevantie anderzijds. De wetenschappelijke
toets wordt uitgevoerd door de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen,
de toets op de maatschappelijk-economische relevantie vindt plaats onder coördinatie
van het Centraal Planbureau. De andere bij deze laatstgenoemde toets betrokken
planbureaus zijn het Sociaal-cultureel Planbureau, het Ruimtelijk Planbureau,
het Milieu- en Natuurplanbureau alsmede het Rathenau instituut.
Over het tijdpad ten slotte kan ik u meedelen dat het streven is dat de
bovengenoemde besluitvorming door het volgende Kabinet in november 2003 zal
plaatsvinden. In dit tijdpad is rekening gehouden met de uiterste datum van
indiening van de projectvoorstellen van 17 februari 2003 en de beschikbaarheid
van de toetsresultaten van de KNAW en de planbureaus medio juli 2003 resp.
van het advies van de adviescommissie begin september 2003.
De Minister van Economische Zaken,
J. F. Hoogervorst