nr. 12
MOTIE VAN HET LID NOORMAN-DEN UYL C.S.
Voorgesteld in het nota-overleg van 12 mei 1997
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de uitval in het voortgezet en in het beroepsonderwijs
van allochtone leerlingen zeer zorgwekkend is, dat verwijzing van deze leerlingen
naar vbo en mavo onderwijs 30% hoger is dan de verwijzing van autochtone kinderen
uit dezelfde sociale achtergronden en dat de werkloosheid onder allochtone
jongeren schrikbarend toeneemt;
overwegende, dat enerzijds de participatie van deze jongeren in vele projecten
en activiteiten bemoedigend is, maar dat anderzijds er per saldo geen sprake
is van het inlopen van de achterstanden;
overwegende, dat er onvoldoende samenhang bestaat in het beleid van de
verschillende ministeries ten aanzien van de jongeren uit etnische minderheden;
verzoekt de regering een integraal plan van aanpak op te stellen in nauwe
samenwerking met de ministeries van OCW, SZW, Justitie en VWS op de gebieden
van toegangskwalificaties hoger voortgezet onderwijs, het voorkomen van schooluitval,
de toeleiding naar werk, criminaliteitspreventie, preventief jeugdbeleid,
opvoedingsondersteuning en hulpverlening, en (in het verlengde van de motie-Rabbae)
de allochtone leerling begeleider;
verzoekt de regering in dit verband om afstemming danwel overeenkomsten
met de gemeenten voor zover de specifieke aandacht voor de problemen van allochtone
jongeren het lokaal jeugd- en jongerenbeleid betreft;
verzoekt de regering voldoende middelen te reserveren, c.q. te genereren
om de uitkomsten van dit plan te kunnen bekostigen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Noorman-den Uyl
Dittrich
Oedayraj Singh Varma