25 000 XVI
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 1997

nr. 77
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rijswijk, 2 september 1997

Hierbij informeer ik U, naar aanleiding van de recente berichtgeving in de media, over de stand van zaken betreffende het geneeskundig gebruik van marihuana.

Het voorschrijven en afleveren van marihuana op recept

Marihuana wordt in het algemeen beschouwd als genotmiddel, maar een groeiende groep patiënten in de gehele wereld, gesteund door sommige artsen, geeft aan baat te hebben bij het gebruik van marihuana. Daarom heb ik in augustus 1996 de Gezondheidsraad gevraagd mij te adviseren over de stand van wetenschap inzake de geneeskundige toepassing van marihuana. Hij concludeerde in zijn rapport «Marihuana als medicijn» van december 1996 dat er onvoldoende feiten zijn die het geneeskundig gebruik van marihuana en cannaboïden rechtvaardigen. Veel door de Gezondheidsraad geïnventariseerd klinisch onderzoek bleek ongeschikt om daaruit conclusies over de werkzaamheid van marihuana te kunnen trekken. Marihuana is een middel van onbekende samenstelling waarop geen (effectieve) kwaliteitscontrole is verricht.

Gezien het voorgaande heb ik besloten nog geen maatregelen te nemen die de geneeskundige toepassing van marihuana mogelijk zullen maken. Dit is per brief d.d. 3 december 1996 aan U medegedeeld.

De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft in juli 1997, naar aanleiding van de vele vragen die zij ontving van artsen en apothekers, in een circulaire er nog eens aan herinnerd dat het voorschrijven en afleveren van marihuana op recept niet is toegestaan.

Klinisch onderzoek naar de geneeskundige werking van marihuana

Het feit dat de geneeskundige werking van marihuana niet wetenschappelijk is aangetoond wil nog niet zeggen dat deze werking niet zou kunnen bestaan. Bovendien hebben vele patiënten zich tot mij gewend met het verzoek om het verkrijgen van marihuana op recept mogelijk te maken. Daarom sta ik positief tegenover initiatieven voor gedegen opgezet klinisch onderzoek, waarmee de eventuele geneeskundige werking van marihuana wetenschappelijk kan worden onderbouwd. Indien deze werking kan worden aangetoond moet de volgende stap zijn het registreren van dit middel, waarbij niet alleen de werkzaamheid, maar ook de veiligheid en de kwaliteit dient te worden onderbouwd. Een geregistreerd geneesmiddel kan door artsen worden voorgeschreven en door apothekers aan patiënten worden afgeleverd.

Om klinisch onderzoek met marihuana mogelijk te maken, dient er op legale wijze hennep verkregen te worden. Conform verplichtingen voortvloeiend uit het enkelvoudig verdrag inzake verdovende middelen van de Verenigde Naties, is er echter voor het telen van hennep een regeringsbureau nodig. Een dergelijk regeringsbureau is er in Nederland niet en voor de oprichting ervan is een wijziging van de Opiumwet nodig. De oprichting van zo'n bureau is mogelijk niet nodig indien er hennep- of hennepproducten (zoals marihuana) geïmporteerd kunnen worden uit de Verenigde Staten waar wel een dergelijk regeringsbureau aanwezig is. Op dit moment onderzoek ik nog beide mogelijkheden, waarbij ik mijn ambtgenoot van het ministerie van Justitie zal betrekken.

Mogelijkheden op dit moment voor patiënten die baat hebben bij het gebruik van marihuana

Eén van de werkzame stoffen uit de hennepplant, tetrahydrocannabinol (THC) is als geneesmiddel voor diverse aandoeningen in de VS, Canada en het VK geregistreerd (onder de merknaam Marinol of Cesamet). De patiënt kan zijn arts vragen om een recept voor dit middel, dat kan worden geïmporteerd indien de hoofdinspecteur voor de Gezondheidszorg op basis van de Opiumwet een invoercertificaat heeft verstrekt en op basis van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening toestemming voor de invoer van het niet-geregistreerde geneesmiddel heeft verleend. Alhoewel de Gezondheidsraad in haar rapport ook de werking van cannaboïden (waaronder THC) niet onderbouwd acht, is in ieder geval de veiligheid en kwaliteit (samenstelling) van dit middel door de betreffende overheden getoetst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Naar boven