25 000 X
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 1997

nr. 11
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 28 oktober 1996

Inleiding

Hoofdstuk 5 van de memorie van toelichting bij de defensiebegroting voor 1997 (Kamerstuk 25 000 X, nr. 2) bevat de halfjaarlijkse rapportage over de doelmatigheidsoperatie. In de memorie van toelichting is aangekondigd dat het parlement voorafgaand aan de behandeling van de begroting nog een aanvulling op die rapportage zal ontvangen. De reden voor deze aanvulling, die u in deze brief aantreft, is dat na de opstelling van de begroting over enkele belangrijke projecten van de doelmatigheidsoperatie besluiten zijn genomen.

De defensie telematica organisatie

In de memorie van toelichting bent u geïnformeerd over de voorgenomen integratie van het Duyverman computercentrum (DCC), het centrum advisering bedrijfsvoering en informatietechnologie services (CABIS) van de Koninklijke marine, de dienstencentra voor automatisering van de Koninklijke landmacht en de Koninklijke luchtmacht, het netwerkbeheer van de Koninklijke marine, het nationaal commando telematicabedrijf (NATEL) van de Koninklijke landmacht en het Netherlands Armed Forces Integrated Network (NAFIN). Deze integratie resulteert in de oprichting van één interservice uitvoerende Defensie telematica organisatie, de DTO.

De DTO zal organisatorisch worden ondergebracht in het defensie interservice commando, het Dico. De oprichting van de DTO zal naar verwachting een doelmatigheidswinst opleveren van f 30 miljoen structureel vanaf 2000. Deze opbrengst staat los van de f 45 miljoen aan structurele doelmatigheidswinst die in de doelmatigheidsoperatie al is behaald op het gebied van automatiseringsuitgaven.

Evenals bij de andere interservice organisaties, die in de doelmatigheidsoperatie zijn opgericht, werkt een projectgroep de vorming van de DTO nader uit. De projectgroep zal medio volgend jaar rapporteren. Op basis van dit rapport zullen beslissingen worden genomen over de herinrichting van de betrokken bestaande activiteiten, de deelorganisaties en de bijbehorende personele bezetting en budgetten.

Ik zal u volgend jaar over de nadere uitwerking van de oprichting van de DTO inlichten.

Onderhoud en logistiek

In de halfjaarlijkse rapportage over de doelmatigheidsoperatie van 12 januari jl.(Kamerstuk 24 400 X, nr. 60) is ingegaan op de resultaten van drie vervolgstudies op het gebied onderhoud en logistiek. Deze resulteerden in vermindering van het aantal bedrijven voor hoger onderhoud aan wapensystemen en electronica van zeven naar drie, een decentralisatie en vereenvoudiging van de wijze van codificeren alsmede organisatorische en procedurele verbeteringen bij de directies materieel van de krijgsmachtdelen en de Centrale organisatie.

Andere vervolgstudies in het project onderhoud en logistiek hebben intussen geleid tot de volgende besluiten.

De Koninklijke landmacht zal het voorzien in, onderhouden en afstoten van wielvoertuigen en mechanische gronduitrustingen (vooral aggregaten) voortaan in single servicemanagement voor alle krijgsmachtdelen uitvoeren. Deze reorganisatie zal onder leiding van de Koninklijke landmacht worden voorbereid. De opbrengst bedraagt f 3,8 miljoen structureel vanaf 1998, waarvan f 2 miljoen vanaf 1997 wordt gerealiseerd.

Het logistieke proces voor handelsgebruikelijke artikelen, ofwel standaardartikelen, die zonder aanpassingen op de civiele markt te koop zijn, zal worden herzien. Deze herziening omvat onder meer het verder vergroten van het aantal handelsgebruikelijke artikelen ten opzichte van het aantal militair-specifieke artikelen en het introduceren van een factuurloos systeem voor betalingsverkeer. De bevelhebbers zullen deze veranderingen elk voor hun krijgsmachtdeel uitvoeren. De opbrengst bedraagt f 3,5 miljoen per 1999 en f 5,8 miljoen structureel per 2000.

Bij de Koninklijke landmacht zal een single servicemanagement munitiebedrijf worden opgericht. Dit bedrijf zal worden belast met het beheer, de distributie, de beproeving, de inkoop, het onderhoud en de afvoer van alle munitie van de Koninklijke landmacht en alle munitie die dit krijgsmachtdeel reeds voor de Koninklijke Marine en de Koninklijke luchtmacht beheert. Daarnaast zal ook de niet aan wapensystemen gebonden munitie van de Koninklijke luchtmacht, zoals handgranaten en springmiddelen, in het bedrijf worden ondergebracht. De Koninklijke landmacht zal het munitiebedrijf verder vorm geven. De structurele opbrengst bedraagt f 1,8 miljoen vanaf 2000.

Voor kleding en persoonsgebonden uitrustingen (KPU) zal één single servicemanagement bedrijf voor de hele krijgsmacht worden opgericht. De Koninklijke landmacht zal de decentrale kledingvoorraad- en verkooppunten vervangen door een postordersysteem met passets. De andere krijgsmachtdelen introduceren dit systeem mogelijk op termijn. Bij een evaluatie van het KPU-bedrijf over een jaar zal worden bezien of ook de decentrale servicepunten van de Koninklijke marine en de Koninklijke luchtmacht kunnen worden gesloten. De opbrengst van de reorganisatie bedraagt f 4,3 miljoen structureel vanaf 1999.

Ook voor het logistieke beheer van het leeuwendeel van de brandstoffen, oliën, smeermiddelen, chemicaliën en onderhoudsmiddelen (BOSCO) wordt één single servicemanagement bedrijf voor de hele krijgsmacht opgericht. De opbrengst bedraagt f 0,6 miljoen structureel vanaf 1998.

Bij de Koninklijke landmacht leveren efficiency-verbeteringen bij de afdeling beproevingen en de concentratie van verzorgingscommando's structureel f 2,2 miljoen per 1999 respectievelijk f 2 miljoen vanaf 1998 op.

Bij de Koninklijke luchtmacht wordt ten slotte doelmatigheidswinst behaald in de sfeer van artikelen die worden gebruikt om defecte wapensystemen te repareren. Daarbij gaat het om artikelen die zelf ook herstelbaar zijn (repairables) en producten die zelf herstelbaar noch handelsgebruikelijk zijn (non-repairables). Het zo veel mogelijk wegnemen van schakels uit de logistieke keten in technische magazijnen en het decentraliseren van functies van de materieeldirectie naar de depots bespaart vanaf 1999 structureel f 5,5 miljoen. Daarvan wordt f 4 miljoen al per 1997 verwezenlijkt.

De opbrengst van deze maatregelen bedraagt ongeveer f 26 miljoen. Hierdoor stijgt de doelmatigheidswinst, die tot nu toe op het gebied onderhoud en logistiek is bereikt tot in totaal f 44 miljoen.

Op drie deelgebieden van onderhoud en logistiek worden thans nog onderzoeken verricht. Deze hebben als onderwerp technische materieeldocumentatie, de concentratie van het militaire toezicht kwaliteitszorg en materieel-logistieke bestuurlijke informatiesystemen.

Opleidingen

Het project opleidingen kent twee fasen. De eerste fase, de reductie van het aantal leerlingweken, is voltooid. Over de maatregelen in deze fase, die thans worden uitgevoerd, heb ik uitvoerig met u mogen overleggen.

De tweede fase behelst de herstructurering van het opleidingsveld binnen Defensie. De voornemens tot herstructurering betreffen onder andere het inrichten van scholen op een gelijkmatiger gespreide werklast, het samenvoegen van de logistieke en de rij-opleidingen en het verbeteren van de aansluiting tussen civiele opleidingsinstellingen en de scholen van Defensie. De onderzoeken naar de herstructurering zijn inmiddels voltooid. De interne besluitvorming over deze onderzoeken volgt binnenkort. Over de resultaten daarvan zal ik u informeren.

Tot slot

In de vorige halfjaarlijks rapportage is reeds aangegeven dat de geraamde doelmatigheidswinst voor 1997, totaal f 150 miljoen, wordt bereikt. De inmiddels genomen besluiten over met name de te vormen Defensie telematica organisatie en het project onderhoud en logistiek versterken de verwachting dat ook de nog resterende taakstelling voor de jaren 1998 (f 28 miljoen) en 1999 (f 61 miljoen) alsmede de beoogde besparingen van f 450 miljoen structureel vanaf 2000, zal worden verwezenlijkt.

In de begroting 1998 zal, naar huidig inzicht, de volledige taakstelling voor de doelmatigheidswinst uit het regeerakkoord met concrete maatregelen zijn belegd. De thans nog resterende taakstelling, die is ondergebracht in begrotingsartikel 08.03 (doelmatigheidsbesparingen), zal dan volledig zijn gehaald.

De Staatssecretaris van Defensie,

J. C. Gmelich Meijling

Naar boven