25 000 VIII
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 1997

nr. 101
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zoetermeer, 12 mei 1997

Naar ik heb begrepen van Staatssecretaris Netelenbos vormde het media- en minderhedenbeleid een aandachtspunt tijdens het nota-overleg van de vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken van 21 april jl. Door enkele fracties werd aangedrongen op een evaluatie c.q. vervolg van de notitie Media en Minderheden die mijn voorgangster in 1991 uitbracht.

In de nota «Pantser of Ruggengraat», Cultuurnota 1997–2000 ben ik recent nog uitvoerig ingegaan op het media- en minderhedenbeleid en de daarin opgenomen beleidsvoornemens konden op uw instemming rekenen. Ook het recent aan de Kamer aangeboden regeringsstandpunt over de toekomst van de publieke omroep en het wetsvoorstel voor de herziening van de landelijke publieke omroep gaven de Kamer, blijkens het Verslag van de Kamer van 15 april 1997 geen aanleiding tot specifieke opmerkingen in relatie tot het minderhedenbeleid.

Ik kan mij uw aandacht voor dit vraagstuk echter goed voorstellen gezien de snelle veranderingen in het medialandschap, de technologische ontwikkelingen en de toekomstige veranderingen in het omroepbestel. Met de positie van minderheden dient bij deze ontwikkelingen vanzelfsprekend voortdurend rekening te worden gehouden. Ik ben dan ook bereid u dit najaar te rapporteren over de (resultaten van) het huidige beleid op het terrein van media en minderheden, mede in het licht van de doelstellingen van het integratiebeleid Etnische Groepen. Ik denk daarbij met name aan de volgende onderwerpen:

– de resultaten van het onderzoek naar mediagebruik door jongeren, waarbij in een deelonderzoek aandacht zal worden besteed aan het mediagebruik door allochtone jongeren;

– de beleidsontwikkeling met betrekking tot media-educatie;

– de verzorging van Nederlands taalonderwijs via de massamedia op basis van de ervaringen met de recent gestarte projecten op dit gebied;

– de resultaten van het door mij gesubsidieerde project «Meer Kleur in de Media». Het betreft hier een project gericht op een multicultureel werkgelegenheids- en personeelsbeleid binnen de landelijke publieke omroep, de Wereldomroep en de regionale omroepen. Dit jaar zal besloten dienen te worden over een eventueel vervolg na afloop van de projectperiode eind 1997;

– de resultaten van overige door mij gesubsidieerde projecten op het terrein van media en minderheden.

Bij brief van 25 februari 1997 (OCW-97-272) heb ik de Kamer geïnformeerd over de resultaten van een recent onderzoek naar de effecten van het toenemende satellietaanbod uit de landen van herkomst op het kijkgedrag van allochtonen. Recente gebeurtenissen, zoals de brand bij een Turks gezin in Den Haag, maakten nog eens duidelijk dat minderheden worden geïnformeerd door (televisie-)media uit de herkomstlanden. Met de Minister van Binnenlandse Zaken ben ik van mening dat het van groot belang is dat hier een onafhankelijk en evenwichtig Nederlands nieuwsaanbod tegenover staat – op landelijk, regionaal en lokaal niveau – dat de betrokken groeperingen door de gekozen vorm en inhoud ook daadwerkelijk bereikt. Ik wil deze problematiek betrekken bij het verdere overleg met de NOS en NPS naar aanleiding van de binnenkort te ontvangen reacties van NOS en NPS op het genoemde onderzoeksrapport. Ik heb u reeds toegezegd u over deze reacties en eventueel hieraan te verbinden beleidsconsequenties binnenkort te zullen informeren.

Overigens zal ik mij er vanzelfsprekend ook voor inzetten dat de positie van minderheden een punt van aandacht zal zijn bij de vormgeving van het publieke omroepbestel na het jaar 2000, in het bijzonder bij de voorbereiding van de concessiewetgeving voor de publieke omroep.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

A. Nuis

Naar boven