25 000 V
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 1997

nr. 92
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 12 augustus 1997

In het onderstaande heb ik de eer u in te lichten over de plannen voor de viering van het eeuwfeest van de eerste Haagse Vredesconferentie, die van 18 mei tot en met 29 juli 1899 te 's-Gravenhage werd gehouden. Met de organisatie van het eeuwfeest werden de regeringen van ons land en van de Russische Federatie (de organisatoren van weleer) belast in resolutie 51/159 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.

1. Achtergrond

De eeuwfeestviering van de eerste Haagse vredesconferentie zal bestaan uit een jaar lang wereldwijde discussies over de Haagse thema's (zoals hieronder weergegeven), culminerend in twee deskundigenbijeenkomsten: één in het Vredespaleis in 's-Gravenhage in mei 1999 en één in St. Petersburg in de zomer van dat jaar. Deze vormen het hoogtepunt van het VN-decennium voor internationaal recht en zullen dan ook in dat verband worden georganiseerd.

Op 18 mei 1899 begon de eerste Haagse Vredesconferentie, een initiatief van Tsaar Nicolaas II, waartoe Koningin Wilhelmina het paleis Huis ten Bosch ter beschikking had gesteld. Deze conferentie leidde tot de totstandkoming van (zie Stb. 1900, 163):

– het verdrag voor de vreedzame beslechting van internationale geschillen;

– het verdrag betreffende de wetten en gebruiken van den oorlog te land;

– het verdrag betreffende de toepassing op den zeeoorlog van de beginselen van de Conventie van Genève van 22 Augustus 1864;

– de verklaring houdende verbod van het werpen van projectielen of ontplofbare stoffen uit ballons of op dergelijke nieuwe wijzen;

– de verklaring houdende verbod tot bezigen van projectielen met het enige doel verstikkende of vergiftigde gassen te verspreiden; en

– de verklaring houdende verbod tot bezigen van kogels die zich in het menschelijk lichaam gemakkelijk uitzetten of vervormen, zoals kogels met harden mantel, waarvan de mantel niet geheel de kern dekt of van inkervingen voorzien is.

Bij het eerste verdrag werd het Permanente Hof van Arbitrage opgericht, waarvoor in 1913 het Vredespaleis werd gebouwd. Dit Hof is na 100 jaar nog steeds actief.

De tweede Haagse vredesconferentie (1907) was inhoudelijk gezien een nog groter succes (zie Stb. 1910, 73). De volledige afronding van de Haagse vredesconferenties kon evenwel niet worden bereikt, daar de beoogde derde conferentie vanwege de Eerste Wereldoorlog geen doorgang kon vinden.

Na de Eerste Wereldoorlog werden de resultaten van de Haagse vredesconferenties voor een deel geïncorporeerd in de Volkenbond (Stb. 1920, 127), in het gasprotocol van Genève van 1925 (Stb. 1930, 422; Trb. 1955, 125), het zogenaamde «Kellogg-Briand-Pact» van 1928 (verdrag tot uitbanning van den oorlog; Stb. 1929, 407) en de Rode Kruis-verdragen van 1929 (Stb. 1932, 514). Het Permanente Hof van Internationale Justitie (PCIJ) werd tevens gevestigd in het Vredespaleis.

Na de Tweede Wereldoorlog volgde de Verenigde Naties de Volkenbond op en werd het PCIJ vervangen door het Internationaal Gerechtshof (eveneens gevestigd in het Vredespaleis).

De Rode Kruis-verdragen van 1929 werden vervangen door de vier verdragen van Genève van 12 augustus 1949 (Stb. 1954, 246 t/m 249), in 1977 aangevuld met twee aanvullende protocollen (Trb. 1978, 41 en 42). Het gasprotocol werd opgevolgd door het biologische wapensverdrag van 1972 (Trb. 1972, 142) en door het chemische wapensverdrag van 1993 (Trb. 1993, 162), waarvan de verdragsorganisatie OPCW eveneens in 's-Gravenhage is gevestigd. Het Kellogg-Briand-Pact is thans verwoord in het geweldsverbod van artikel 2, vierde lid, van het VN-handvest, en de verplichting tot vreedzame beslechting van geschillen in artikel 2, derde lid en artikel 33.

Niet ten onrechte vraagt een eeuw van belangrijke ontwikkelingen op volkenrechtelijk gebied om viering; en niet ten onrechte ontleent 's-Gravenhage aan deze historie zijn naam als «juridische hoofdstad van de wereld».

Het was dan ook een bevestiging van deze reputatie, toen de zetel van het Joegoslavië-tribunaal en de daarmee samengevoegde organen van het Rwanda-tribunaal eveneens naar 's-Gravenhage kwamen.

De regering is derhalve de vaste overtuiging toegedaan, dat «er wat te vieren valt» in 1999.

2. Inhoudelijk

In het kader van het decennium voor internationaal recht van de Verenigde Naties, destijds uitgeroepen bij resolutie 44/23 van de VN Algemene Vergadering, zal de officiële herdenking van de eerste Haagse Vredesconferentie voornamelijk een op het volkenrecht gericht karakter dragen.

Aan de hand van preadviezen van een zestal eminente experts op het gebied van de drie «Haagse thema's», (ontwapeningskwesties, humanitair oorlogsrecht en vreedzame beslechting van geschillen) zal de ontwikkeling in die sectoren van het volkenrecht onder de loep worden genomen en zullen de lacunes en mogelijke volgende stappen worden geïdentificeerd. De bedoeling hiervan is te komen tot aanbevelingen aan de betrokken politieke fora (54e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, 27e Internationale Rode Kruis en Rode Halve Maan Conferentie).

Het ligt uiteraard niet in de bedoeling de werkzaamheden en ontwikkelingen in andere internationale fora te dupliceren. De eeuwfeestviering zal derhalve niet het karakter krijgen van een diplomatieke conferentie, maar van ontmoetingen van deskundigen.

3. Plaatsen en data

In het kader van het VN-decennium voor internationaal recht (zie met name resolutie 51/157 van de VN Algemene Vergadering) beogen de organisatoren een zo breed mogelijke deelname aan de discussies rond de Haagse thema's. Daartoe zullen aan de hand van de preadviezen in alle delen van de wereld regionale discussies plaatsvinden.

De uitkomsten daarvan zullen worden besproken tijdens de eigenlijke herdenkingsconferenties, 17, 18 en 19 mei 1999 in het Vredespaleis hier ter stede en juni/juli 1999 te St. Petersburg, waarbij op 17 mei een herdenkingsbijeenkomst van de leden van het Permanente Hof van Arbitrage zal worden gehouden.

Naast de inhoudelijke discussies, welke voor 's-Gravenhage geheel in het Vredespaleis zullen plaatsvinden, zullen nog een aantal feestelijke evenementen in het eeuwfeestprogramma een plaats krijgen.

In de week voorafgaande aan de Haagse herdenkingsconferentie zal een week van evenementen plaatsvinden, georganiseerd door de NGO-coalitie Hague Appeal for Peace (stichting HAP). Ook hierbij wordt aansluiting gezocht bij het historische gegeven, dat een eeuw geleden eveneens grote belangstelling voor de Vredesconferentie bestond aan de zijde van – wat is gaan heten – niet-gouvernementele organisaties.

4. Internationale setting

Zoals hierboven reeds aangeduid, vindt de eeuwfeestviering mede plaats in het kader van het VN decennium voor internationaal recht. Eén van de oogmerken van het decennium is de toegankelijkheid te vergroten van het volkenrecht. Daartoe zal, op initiatief van de «Vrienden van 1999» wereldwijd de discussie over de preadviezen worden gevoerd, waarbij op brede maatschappelijke deelname wordt gehoopt. Deze «Vrienden van 1999» bestaan uit een twintigtal geïnteresseerde staten en internationale organisaties, waarmee de Nederlandse en Russische organisatoren nauw samenwerken.

Daarnaast zal het Ministerie van Buitenlandse Zaken op het Internet een zogenaamde web-site openen voor het inwachten en distribueren van discussiestukken met betrekking tot de eeuwfeestviering. Niet alleen wordt hiermee de tijdige distributie van de stukken van de ene regionale ontmoeting naar de andere op efficiënte wijze gewaarborgd, maar ook brede maatschappelijke deelname bevorderd.

De resultaten van de discussies, afgesloten in 's-Gravenhage en St. Petersburg, zullen in de afsluiting van het decennium later in 1999 een belangrijke rol spelen.

5. Organisatie

In ons land is een «nationale groep», onder voorzitterschap van oud-minister van Buitenlandse Zaken, Dr. P. H. Kooijmans rechter in het Internationaal Gerechtshof, belast met de organisatie van de herdenkingsconferentie, bijgestaan door een uitvoerend secretariaat op het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

In de nationale groep zijn onder andere vertegenwoordigers opgenomen van het (in 1999 eveneens honderdjarige) Permanente Hof van Arbitrage, de Carnegie Stichting (eigenaar/beheerder Vredespaleis), de Gemeente Den Haag en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Inhoudelijke afstemming met de Russische Federatie vindt plaats door de juridische adviseur en het Hoofd Juridische en Sociale VN-Zaken. Met de Verenigde Naties en met de diverse geledingen van het Internationale Rode Kruis vindt coördinatie plaats.

6. Voortgang

Thans wordt de begroting voor de eeuwfeestviering gefinaliseerd, op basis waarvan de verschillende organisatorische en uitvoerende werkzaamheden ter hand zullen worden genomen.

De preadviseurs hebben een aanvang gemaakt met hun werkzaamheden met het oog op afronding rond 1 maart volgend jaar.

Tevens wordt de laatste hand gelegd aan een ontwerpresolutie in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, waarin gewag wordt gemaakt van de vorderingen en waaraan het Programme of Action voor de eeuwfeestviering zal worden gehecht. Gestreefd wordt naar mede-indiening door de Russische Federatie en co-sponsoring door de landen die deel uitmaken van de «Vrienden van 1999». Ondergetekende heeft het voornemen dit Programme of Action in zijn toespraak tot de Algemene Vergadering te introduceren, vergezeld van een oproep tot brede en wereldwijde deelname aan de discussies. De tekst van het Programme of Action en van de bijbehorende stukken is bijgevoegd.1

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. van Mierlo


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven