25 000 V
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 1997

nr. 89
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 21 juli 1997

Inleiding

In aansluiting op onze brieven in de aanloop naar de NAVO-Top doen wij hieronder verslag van de beraadslagingen en de resultaten van de Top, die op 8 en 9 juli jl. in Madrid plaatsvonden. De verklaringen die tijdens de Top zijn vastgesteld, zijn bijgesloten.1

De uitbreiding van de NAVO

De besprekingen van de bondgenoten op 8 juli jl. stonden voor een belangrijk deel in het teken van de uitbreiding van de NAVO. De discussie ging vooral over de grootte en de samenstelling van de eerste groep landen die tot toetredingsonderhandelingen zouden worden uitgenodigd. In samenhang daarmee is diepgaand de wijze besproken waarop het «open deur» beleid van de NAVO zou moeten worden geformuleerd. Na intensieve onderhandelingen werd een accoord bereikt over uitnodigingen aan Hongarije, Polen en Tsjechië. Tevens werd een toetsing van het uitbreidingsproces tijdens de volgende Top-ontmoeting in 1999 aangekondigd. In dat verband worden in de Top-verklaring de gunstige ontwikkelingen in Zuid-Oost Europa op het gebied van democratisering en rechtsorde genoemd, in het bijzonder in Roemenië en Slovenië. Naast het belang van grotere stabiliteit in Zuid-Oost Europa wordt ook de voortgang van de stabiliteit en toegenomen samenwerking in de Baltische regio onderkend.

Tijdens de discussie heeft de Minister-President verklaard dat Nederland met een eerste groep van vijf toetredende landen zou kunnen instemmen als daarover consensus zou kunnen worden bereikt. Een uitkomst van «drie» zou ook door Nederland worden ondersteund. Deze zou echter gepaard moeten gaan met goede formuleringen over het «open deur» beleid, in het bijzonder voor Roemenië en Slovenië. Nederland heeft actief bijgedragen aan de totstandkoming van een bevredigend compromis.

De Minister-President heeft erop gewezen dat sommige bondgenoten reeds in de aanloop naar de Top vaste posities hadden ingenomen en, in dat verband, het belang benadrukt van een open discussie om de vorming van consensus mogelijk te maken in overeenstemming met de besluitvormingscultuur die eigen is aan het bondgenootschap.

Interne aanpassing

Tijdens de Top is gesproken over de interne aanpassing van de NAVO, en in het bijzonder over de aanpassing van de commandostructuur. Spanje kondigde aan zijn strijdkrachten te integreren in de nieuwe commandostructuur zodra over die structuur overeenstemming is bereikt. De Minister-President heeft voorgesteld uitstaande kwesties uiterlijk tijdens de Ministeriële bijeenkomst in december a.s. op te lossen. De Minister-President heeft het besluit om het Strategisch Concept aan te passen aan de nieuwe veiligheidssituatie in Europa verwelkomd.

Oekraine

Op 9 juli jl. werd in Madrid het handvest voor een bijzonder partnerschap tussen de NAVO en Oekraine plechtig ondertekend. De Oekraiense President Koetsjma verwelkomde het handvest als een belangrijke ondersteuning van de Oekraiense soevereiniteit. Het handvest biedt mogelijkheden voor consultaties en samenwerking tussen de NAVO en Oekraine op vele terreinen.

Euro-Atlantische Partnerschapsraad

Op 9 juli jl. vond ook een bijeenkomst plaats van de nieuwe Euro-Atlantische Partnerschapsraad in de samenstelling van Staats- en Regeringsleiders. In de interventies tijdens de bijeenkomst werden suggesties gedaan voor de ontwikkeling van de nieuwe raad en zijn plaats in het veld van de elkaar versterkende instituties. Van Nederlandse zijde is aandacht gevraagd voor het belang van goede coördinatie en samenwerking van de raad met, vooral, de OVSE op het gebied van conflictpreventie en crisisbeheersing.

Bosnië

Uit bezorgdheid over de recente ontwikkelingen in Bosnië-Herzegovina, in het bijzonder in «Republika Srpska», is tijdens de Top een aparte verklaring aanvaard. Daarin wordt onder meer gewaarschuwd voor de gevolgen van de machtscontroverse in Bosnië voor de verstrekking van rehabilitatiehulp door de internationale gemeenschap.

De Voorzitter van de Noord-Altantische Assemblee, de Amerikaanse senator Roth, heeft de deelnemers aan de NAVO-Top toegesproken. In zijn inleiding onderstreepte hij de noodzaak van een blijvend politiek draagvlak in de NAVO-landen voor het uitbreidingsproces. Daarbij past ook een goede relatie met Rusland op basis van de Stichtingsakte. Ook vroeg hij aandacht voor het vraagstuk van de lastenverdeling binnen de NAVO.

De Minister van Buitenlandse Zaken a.i.,

W. Kok

De Minister van Defensie,

J. J. C. Voorhoeve


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven