25 000 V
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 1997

nr. 13
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 24 oktober 1996

Mede namens mijn ambtgenoot van Buitenlandse Zaken deel ik u voor de goede orde mede dat 2 oktober jl. tien Nederlanders naar Noord-Irak zijn vertrokken. Zij zijn beschikbaar gesteld aan de VN en zullen als UN Guard worden ingezet.

Het UN Guards Contingent in Iraq (UNGCI) bestaat uit ca. 150 functionarissen uit diverse landen. UN Guards houden zich bezig met het escorteren van humanitaire hulpconvooien en hulpverleners, alsmede het beschermen en, indien nodig, het evacueren van expatriate VN- en NGO-functionarissen. Ook verzorgen zij (internationale) communicatie ten behoeve van in Noord-Irak werkzame hulporganisaties en informatievoorziening aan NGO's en VN-organisaties inzake de actuele veiligheid in een bepaald gebied. Tevens dient het belang van de aanwezigheid van de Guards als duidelijk zichtbare vertegenwoordigers van de VN niet onderschat te worden. Hoewel het burgers zijn, zijn zij geüniformeerd en rijden zij in met VN-insignes en -vlaggen herkenbaar gemaakte transportmiddelen. Gesteld kan worden dat van hun aanwezigheid een zekere stabiliserende invloed uitgaat in dit turbulente gebied.

De tien hogergenoemde (civiele) Nederlanders, die allen een militaire achtergrond hebben, zijn in principe voor een periode van een jaar uitgezonden.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

J. P. Pronk

Naar boven