Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1997-1998 | 24885 nr. 9 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1997-1998 | 24885 nr. 9 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Rijswijk, 7 oktober 1997
In het Algemeen Overleg preventieve en curatieve jeugdzorg van 11 december 1996 (24 885, nr. 5) heb ik in antwoord op vragen van mevrouw Dijksman mijn toezeggingen, gedaan tijdens het Tweede Nationaal Jeugddebat van 9 december 1996, bevestigd. Ik licht u hierbij in over de stand van zaken bij de realisering ervan. Bijgaand treft u tevens aan het verslag van het Tweede Nationale Jeugddebat.1
1. Het Derde Nationaal Jeugddebat
In het plenaire gedeelte van het Tweede Nationale Jeugddebat heb ik aangekondigd dat ik in 1997 opnieuw een jeugddebat zou organiseren. De voorbereidingen hiervoor zijn in volle gang. In samenwerking met Code Name Future (CNF), de Nederlandse Jeugdgroep en provinciale steunfunctieorganisaties is de opzet verbreed en de basis regionaal ingebed.
Ter voorbereiding op het nationale debat, op 24 november te houden in uw Kamer, worden nu zes regionale debatten voor jongeren en lokale en landelijke politici georganiseerd op diverse plaatsen in het land. Bovendien worden jongeren gestimuleerd om zelf ook een debat te organiseren. Om zoveel mogelijk jongeren te betrekken loopt een grootschalige campagne met ansichtkaarten (oplage ruim 1 miljoen) en publiciteit in jongerenbladen. Voor de inhoudelijke ondersteuning van jongeren heeft Code Name Future dossiers beschikbaar.
Met antwoordformulieren maar ook via Internet kunnen jongeren zich voor de regionale debatten aanmelden en hun gesprekspunten insturen.
Verschillende bewindspersonen hebben al toegezegd om aan regionale debatten en het Nationale Jeugddebat zelf mee te doen, met name de Ministers Ritzen en De Boer en de Staatssecretarissen Netelenbos en Schmitz.
Het staat de leden van de Tweede Kamer in principe open om de komende regionale debatten en het nationale debat bij te wonen.
Ik zou het zeer op prijs stellen wanneer de fracties in de Kamer hiervoor leden afvaardigen en wanneer desgevraagd Kamerleden meedoen aan debatten waartoe het initiatief wordt genomen in de eigen kring van jongeren (in scholen of jeugdorganisaties). De fractievoorzitters zal ik hiertoe dezer dagen separaat benaderen.
2. Raadgevend representatief referendum
Een belangrijke uitkomst van het Tweede Nationale Jeugddebat was het aannemen van een voorstel om te komen tot een jaarlijks raadgevend representatief referendum onder jeugd. Hieraan zal ik gevolg geven door stellingen als uitkomst van het komende derde debat na afloop meteen voor te leggen aan tienduizenden jongeren gespreid over het land.
3. Onderzoek succes- en faalfactoren politieke jeugdparticipatie op lokaal niveau
Met jongeren in de commissie Participatie van het Tweede Nationale Jeugddebat heb ik afgesproken dat ik een participerend jeugdonderzoek mogelijk zou maken naar succes- en faalfactoren van bestaande initatieven. Dit onderzoek heb ik 15 februari jl. van start laten gaan. Jongeren van deze commissie hebben onder begeleiding van de Stichting Alexander dit onderzoek zelf uitgevoerd. Zij zijn thans bezig met het formuleren van conclusies.
Ik verwacht hun resultaten medio november.
4. Aansporingsbrief naar gemeenten om jeugdparticipatie op de agenda te zetten
De jongeren in de Commissie Participatie heb ik toegezegd dat ik gemeenten per brief zou aansporen om jeugdparticipatie op hun agenda's te zetten. Hieraan geef ik als volgt uitvoering. Samen met de jongeren uit de Commissie Participatie zal ik de resultaten van het onderzoek vertalen in aantrekkelijk informatiemateriaal voor jeugd.
Dit materiaal zal ik in jeugd aansprekende vormen aan gemeenten beschikbaar stellen.
Zo zal ik de gemeenten op stimulerende manier tegemoet komen om jongeren bij initiatieven bij te staan bij. Door middel van interviews in jongeren- en vakbladen zal ik hieraan bovendien brede bekendheid geven.
Overigens is tot mijn groot genoegen de projectgroep Ontwikkeling lokaal preventief jeugdbeleid zeer actief met het ondersteunen en stimuleren van gemeenten bij het betrekken van jeugd bij hun beleidsvoering. Ik denk met name aan de brochure «jeugdparticipatie», de diverse cursus- en trainingsmodulen en de handleiding voor structurele implementatie van jeugdpartcipatie die de projectgroep voor gemeenten ontwikkelt op basis van concrete ervaringen in acht pilotgemeenten.
5. Home page op Internet website en meldpunt
De leden van de Commissie Participatie heb ik voorts toegezegd dat ik de Stichting Jeugdinformatie Nederland zou vragen om op Internet een website in te richten waarmee jongeren informatie kunnen krijgen over jeugdparticipatie, onderling ervaringen kunnen uitwisselen alsook de regering kunnen melden wat zij belangrijk vinden. Ook heb ik gezegd dat er een soort meldpunt zou moeten komen voor relevante initiatieven en ontwikkelingen.
Bedoelde website – door de Stichting Jeugdinformatie Nederland «DWINK» genoemd: «Dat wil ik nou kwijt» ((www.sjn.nl/Dwink) – heb ik op 4 september jl. geopend. De site fungeert in eerste instantie als kanaal voor jongeren om gesprekspunten aan te reiken voor de komende regionale debatten ter voorbereiding op het Derde Nationale Jeugddebat. Naast deze spreekbuisfunctie moet de site op termijn ook groeien als structureel instrument voor het raadplegen van jeugd door beleidmakers en als jongerenplatform voor informatie en onderlinge ervaringsuitwisseling. De functie van meldpunt hoort hier ook bij. Ik heb met de Stichting afgesproken de levensvatbaarheid van de site vroeg in het komend voorjaar te bezien.
De Commissie Participatie heb ik verder beloofd dat ik voor de beleidsontwikkeling van VWS jeugdpanels zou instellen. In het plenaire gedeelte van het debat kwam de wenselijkheid om op nationaal niveau met het instrument jeugdpanel te gaan werken ook breed naar voren. Met het onderzoek naar succes- en faalfactoren ging het eerste jeugdpanel van het Ministerie van VWS van start. Recent heb ik opdracht gegeven voor een tweede panel met als onderwerp de mening van jongeren over het gezin, dat medio januari zal uitmonden in een aan mij gericht advies. Prof. M. de Winter en de Stichting Bevordering Jeugdparticipatie JP 2000 + werken bij dit panel samen. In week 45 komt met begeleiding van deze stichting voorts een panel van jongeren en vertegenwoordigers van betrokken departementen bij elkaar voor het opstellen van de agenda voor het Derde Nationaal Jeugddebat op basis van de uitkomsten van de regionale debatten.
Het is mijn bedoeling om het panelinstrument structureel te gaan gebruiken voor de beleidsontwikkeling bij het Ministerie van VWS. De reeds aangevatte initiatieven passen in een proefondervindelijk ontwikkelingstraject hiervoor.
7. Een nationale prijs voor het beste participatie-initiatief van jeugd
In de Commissie Participatie heb ik ook aangekondigd dat ik een jaarlijkse nationale prijs zou willen instellen voor het beste participatie-initiatief van jeugd. Code Name Future en de Nederlandse Jeugdgroep hebben op mijn verzoek hun krachten hiervoor gebundeld.
Aansluitend aan het Derde Nationale Jeugddebat zal ik de Nederlandse Jeugdprijs uitreiken voor het beste project dat jongeren zelf bedenken en uitvoeren. Op 8 oktober worden regionale prijzen in alle provincies toegekend. Aan dit grootschalige competitietraject doen ruim 30 000 jongeren mee.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-24885-9.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.