nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
ALGEMEEN
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard
bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State)
Op grond van artikel 13, tweede lid, van de Wet balansverkorting geldelijke
steun volkshuisvesting kan de Minister aan een gemeente of toegelaten instelling,
mits getoetst aan het voortbestaan in financieel opzicht van de betreffende
instelling, toestaan dat deze een door hem vast te stellen lager percentage
voor de minimale stijging van de huursom hanteert dan het percentage bedoeld
in het eerste lid van artikel 13. De Minister heeft echter alleen die bevoegdheid
indien de stijging van de consumentenprijsindex lager is dan twee procent.
Is dat het geval dan ligt het door de Minister vast te stellen percentage
ten minste een half procent boven het percentage van de hiervoor bedoelde
consumentenprijsindex.
Inmiddels is gebleken dat behoefte bestaat om bij een iets hogere stijging
van de prijsindex dan 2 procent zodanige toestemming ook te kunnen verlenen.
Gelet op het feit dat de indruk bestaat dat voor de komende jaren de stijging
van de consumentenprijsindex tussen de 2 en 3 procent zal uitkomen, is het
gewenst het tweede lid te wijzigen.
Met de wijziging van het thans in artikel 13, tweede lid vermelde percentage
van 2 in 3 wordt een verruiming van de ontheffingsmogelijkheid gerealiseerd
(kamerstukken II 1995/96, 23 817, nr. 55. blz. 10–15).
Door een actief uit te dragen beleid kan daardoor binnen de kaders van
het bruteringsaccoord de gemiddelde huurstijging verder dalen en in 1997 op
3,5 procent uitkomen.
Bij het toepassing geven aan het tweede lid zal op de eerste plaats getoetst
moeten worden aan de financiële continuïteit van de toegelaten instelling.
Daarnaast zullen in ogenschouw worden genomen de marktomstandigheden, in casu
de verhuurbaarheid of de samenstelling van het bezit in relatie tot de samenstelling
van de doelgroep ter plaatse. Op voet van het Besluit beheer sociale huursector
zal in het volkshuisvestingsverslag verantwoording moeten worden afgelegd.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel I
Artikel 13, tweede lid
Deze bepaling strekt er toe dat toegestaan kan worden dat de gemeente
of toegelaten instelling een lager huurstijgingspercentage toepast dan de
in het eerste lid voorgeschreven 3,5 procent indien de stijging van het jaarprijsindexcijfer
van de consumentenprijsindex alle huishoudens minder is dan 3 procent.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
D. K. J. Tommel