nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 21 november 1996
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Onder vernummering van de artikelen II en III tot III en IV wordt een
nieuw artikel II ingevoegd dat als volgt luidt:
ARTIKEL II
Artikel 22, tweede lid, van de Welzijnswet 1994 komt als volgt te luiden:
2. In afwijking van het eerste lid treedt artikel 12 in werking op het
tijdstip waarop de Tijdelijke wet stimulering sociale vernieuwing vervalt.
B
Artikel IV (nieuw) komt te luiden:
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. Indien het Staatsblad waarin
deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 1996, treedt zij
in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad
waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 1997.
Toelichting
Artikel 12 van de Welzijnswet 1994 bepaalt dat de gemeenten gelegen in
een samenwerkingsgebied krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen gezamenlijk
zorg dragen voor de ontwikkeling en uitvoering van het regionale beleid inzake
voorzieningen voor maatschappelijke opvang en sociale pensions. Deze bepaling
is blijkens de toelichting op het daartoe strekkende amendement in die wet
opgenomen ten einde vast te leggen, dat ook na de expiratie van
de Twssv die in artikel 3 een vergelijkbare bepaling kent, de Wgr-regio het
geëigende bestuursniveau is voor het uitvoerend werk op het terrein van
de maatschappelijke opvang en de sociale pensions. Artikel 22, tweede lid,
van de Welzijnswet 1994 bepaalt dat artikel 12 in werking treedt op 1 januari
1997, waarbij destijds uiteraard is uitgegaan van de vervaldatum die in de
Twssv was opgenomen. Onderdeel A strekt ertoe de aansluiting tussen beide
wetten vast te houden.
In onderdeel B wordt de regeling van de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel
zodanig aangepast dat ermee rekening wordt gehouden dat het Staatsblad waarin
de wet wordt gepubliceerd na 31 december 1996 wordt uitgegeven.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,
J. Kohnstamm