24 844
Financiële verantwoording over het jaar 1995

nr. 29
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 15 oktober 1996

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen1 heeft over de financiële verantwoording van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (24 884, nr. 10) de navolgende vragen aan de regering voorgelegd. Deze vragen zijn beantwoord bij brief van 21 oktober 1996.

Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De ondervoorzitter van de commissie,

Van Gelder

De griffier van de commissie,

Roovers

blz. 37

1

Bestaat er inzicht in de specifieke oorzaken van het onder de verwachting gebleven deelnamepercentage aan de terug- ploegregeling?

Het financiële effect van de terugploegregeling is substantieel, nl. een herbezetting voor f 64 miljoen voor het primair en voortgezet onderwijs in 1994–1995 en een herbezetting voor f 96 miljoen voor het primair en voortgezet onderwijs in 1995–1996; voor de sector bve was dit f 4,2 miljoen respectievelijk f 2,7 miljoen. Omdat er verhoudingsgewijs veel potentiële wachtgelders werden ingezet (in verhouding tot het aantal echte wachtgelders) bleef het ombuigende effect op het bestaande volume aan wachtgelders en op de wachtgeldbudgetten achter.

De te herbezetten plaatsen worden onder meer gecreëerd door het gebruik van de BAPO-regeling door daarvoor in aanmerking komende personeelsleden. Het gebruik van de BAPO-regeling blijkt lager dan werd aangenomen, waarschijnlijk mede als gevolg van de verhoging van de eigen bijdrage ten opzichte van die aan de voorafgaande TVS-regeling. Dit is weergegeven in onderstaande tabel.

(in personen behorende tot de doelgroep van de regeling)Verwachte deelname BAPO*Gerealiseerde deelname jan. 1995Gerealiseerde deelname juni 1996
primair onderwijs43–53%42%37%
voortgezet onderwijs43–53%43%40%
beroepsonderwijs en volwassenen- educatie42–49%20%21%

* Volgens het rapport van Regioplan «Verkenning gebruik seniorenregeling»

In relatie tot de verkenning is in de sectoren primair en voortgezet onderwijs de deelname dus niet ver onder de verwachting gebleven, wel in de sector beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. Specifiek onderzoek naar de oorzaken is niet verricht.

blz. 39

2

Hoe verhoudt zich het vermelde onder de paragraaf «Beëindiging van TWAO en IBC» tot het recente onderzoek van CBE-Consultants, dat ook de periode 1 november 1995 tot 1 januari 1996 beslaat?

De TWAO en de IBC hebben met name betrekking (gehad) op de bemiddelbaarheid van onderwijswachtgelders, en op de reïntegratie van betrokkenen in het reguliere arbeidsproces. Het onderzoek van CBE heeft betrekking op de vraag of wachtgelders de al dan niet in het kader van de TWAO of IBC aangeboden betrekkingen mogelijk ten onrechte hebben geweigerd, en of terzake sancties zijn opgelegd. In zoverre vormt het onderzoek van CBE een complement op de TWAO en IBC. Zoals ook uit mijn brief van 23 september jl. blijkt, heb ik CBE opdracht gegeven de ingediende meldingen in de periode van november 1995 nogmaals te controleren en USZO te adviseren over het eventueel alsnog opleggen van sancties als blijkt dat betrokkenen de aangeboden betrekking ten onrechte hebben geweigerd. Dit onderzoek zal nog dit jaar worden afgerond.

blz. 129

3

Waardoor is het aantal uitwonende beursgerechtigden relatief sterk toegenomen?

Al jaren is er over de gehele WSF-populatie gemeten sprake van een lichte stijging van het percentage uitwonenden. Deze stijging doet zich in alle onderwijssoorten voor.

De verhouding uit-/thuiswonenden wordt jaarlijks geijkt op de realisatiegegevens van het daaraan voorafgaande kalenderjaar. De realisatie over 1995 wijst uit dat deze stijging zich wederom heeft voorgedaan en wel met 0,4%-punt ten opzichte van 1994. Over de oorzaak van deze stijging zijn geen gegevens bekend. Naar verwachting zal het percentage uitwonenden zich dit jaar stabiliseren.


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Beinema (CDA), Van der Vlies (SGP), Van Nieuwenhoven (PvdA), M. M. H. Kamp (VVD), voorzitter, De Cloe (PvdA), Janmaat (CD), Van Gelder (PvdA), ondervoorzitter, Van de Camp (CDA), Mulder-van Dam (CDA), Hendriks (HDRK), Rabbae (GroenLinks), Jorritsma-van Oosten (D66), De Koning (D66), Koekkoek (CDA), J. M. de Vries (VVD), Liemburg (PvdA), Stellingwerf (RPF), Lambrechts (D66), Rijpstra (VVD), Cornielje (VVD), Cherribi (VVD), Dijksma (PvdA), Sterk (PvdA), Van Vliet (D66) en Bremmer (CDA).

Plv. leden: Reitsma (CDA), Schutte (GPV), Lilipaly (PvdA), Klein Molekamp (VVD), Valk (PvdA), Poppe (SP), Duivesteijn (PvdA), Ten Hoopen (CDA), Van der Hoeven (CDA), Verkerk (AOV), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), Bakker (D66), Van 't Riet (D66), Deetman (CDA), Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), Van der Ploeg (PvdA), Leerkes (Unie 55+), Versnel-Schmitz (D66), Essers (VVD), Korthals (VVD), Passtoors (VVD), Huys (PvdA), Van Zuijlen (PvdA), Verhagen (CDA) en Lansink (CDA).

Naar boven