nr. 327
nr. 12
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 29 augustus 1996
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen
op 30 augustus 1996. De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring
van de Staten-Generaal wordt onderworpen kan door of namens één
van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel
dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 29
september 1996.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste
lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State
gehoord, heb ik de eer U hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen
de op 12 april en 23 mei 1996 te Kuala Lumpur tot stand gekomen wijziging
van de op 15 december 1996 te Kuala Lumpur tot stand gekomen Overeenkomst
tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Maleisië inzake luchtdiensten
(Trb. 1996, 163).1
Een toelichtende nota bij deze verdragswijziging treft U eveneens hierbij
aan.
De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H. A. F. M. O. van Mierlo
TOELICHTENDE NOTA
Op verzoek van Maleisië werden luchtvaartonderhandelingen geopend
die hebben geresulteerd in overeenstemming over een wijziging van de op 15
december 1966 te Kuala Lumpur tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Regering
van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Maleisië inzake
luchtdiensten tusen en via hun onderscheiden grondgebieden (Trb. 1967, 14).
Overeengekomen werd om het bestaande verdrag aan te vullen met een veiligheidsbepaling
(artikel 8 bis) over de veiligheid van de luchtvaart met het oog op kapingen
en terroristische acties. Er kwam een tekst tot stand die nauw aansluit bij
de standaardtekst van de «Model Agreement on Aviation Security»
welke door de ICAO, de VN-burgerluchtvaartorganisatie, wordt aanbevolen (ICAO-Resolutie
van 30 juni 1989, 21e bijeenkomst, 127e sessie).
Eveneens werd overeengekomen om de routetabel, die de bijlage bij het
verdrag vormt, te wijzigen door het toevoegen van een onderdeel voor wat betreft
vrachtvluchten tussen beide landen. Hiermee komen de liberale afspraken die
zijn gemaakt met Maleisië op het gebied van vrachtvervoer tot uiting.
In de praktijk betekent dit dat de luchtvaartmaatschappijen van beide landen
vracht van, naar en via elkaars grondgebied kunnen vervoeren zonder beperking
in de vervoersrechten. De routetabel voor wat betreft passagiersdiensten blijft
nagenoeg ongewijzigd. Dit onderdeel van de nieuwe bijlage behoeft in feite
op grond van artikel 7, onderdeel f, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking
verdragen geen parlementaire goedkeuring. De nieuwe bijlage, die eveneens
een integrerend onderdeel van het verdrag vormt en van uitvoerende aard is,
wordt gelet op voornoemde toevoeging niettemin in haar geheel ter goedkeuring
voorgelegd. Toekomstige verdragen tot wijziging van de onderhavige bijlage
behoeven ingevolge de bovengenoemde bepaling van de Rijkswet goedkeuring en
bekendmaking verdragen geen parlementaire goedkeuring, tenzij de Staten-Generaal
zich thans het recht tot goedkeuring terzake voorbehouden.
De wijziging geldt, evenals het verdrag van 1966, alleen voor Nederland.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H. A. F. M. O. van MierloHet advies van de Raad van State wordt niet openbaar
gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vierde lid,
onder b, van de Wet op de Raad van State).