24 837
Wijziging van de Wet op het specifiek cultuurbeleid

A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOORZOVER NADIEN GEWIJZIGD

I. Voorstel van wet

1. Aan de considerans is na de woorden «Kaderwet adviescolleges» de zinsnede «, dat in verband met de Kaderwet adviescolleges een voorziening wordt getroffen voor de Tijdelijke commissie informatiebeleid» toegevoegd.

2. Het vierde onderdeel van artikel I, B, dat luidde: «Het vierde en het vijfde lid vervallen.», is gewijzigd in: «Het vierde, vijfde en zesde lid vervallen.»

3. Het vijfde onderdeel van artikel I, B, dat luidde: «In het zesde lid dat wordt vernummerd tot het derde lid, wordt de zinsnede «de voordracht, bedoeld in het tweede lid» vervangen door: de benoeming van de leden, bedoeld in het eerste lid.», is komen te vervallen.

4. Onder vernummering van artikel III tot artikel IV is het nieuwe artikel III toegevoegd, dat de Tijdelijke commissie informatiebeleid betreft.

5. Aan het tot artikel IV vernummerde artikel III, is de volgende volzin toegevoegd: «Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 1996, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 1997.»

6. In de bijlage bij het wetsvoorstel is artikel 2b, derde lid, komen te vervallen.

II. Memorie van toelichting

1. De verwijzingen naar de Herzieningswet adviesstelsel en de Kaderwet adviescolleges zijn geactualiseerd.

2. In de derde alinea van het algemeen deelvan de memorie van toelichting is na de zin «Voor wat betreft de daaraan ten grondslag liggende motieven verwijs ik naar de parlementaire behandeling van genoemde wet.» een nieuwe volzin toegevoegd, luidende: «In het kader van de evaluatie van de Raad voor cultuur halverwege de komende Cultuurnota-periode 1997–2000 zal worden bezien in hoeverre die maatwerkbepalingen dan nog nodig zijn.»

3. De laatste twee volzinnen van de toelichting op artikel I, B, die luidden: «Deze leden kunnen dus vervallen. Het tot derde lid te vernummeren zesde lid is opnieuw geredigeerd in verband met het vervallen van het tweede lid.», zijn vervangen door: «Ook het zesde lid wordt niet langer nodig geacht. Voor het stellen van dergelijke regels is een wettelijke basis niet strikt noodzakelijk.»

4. Na de toelichting op artikel II is de toelichting op het nieuwe artikel III toegevoegd.

Naar boven