24 835
Regeling van het overleg over de integratie van minderheden (Wet overleg minderhedenbeleid)

nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 27 februari 1997

Met verwijzing naar het debat van heden over de toelating van Zuid-Europeanen tot het Landelijk overleg minderheden bericht ik u als volgt.

Ik heb op goede gronden verdedigd dat er geen aanleiding is de Zuid-Europeanen te betrekken bij een toekomstig overlegstelsel.

Het is mij tijdens het debat van hedenochtend evenwel gebleken dat een meerderheid van de Tweede Kamer daar wel voorstander van is.

Ik ben daarom voornemens de Zuid-Europeanen aan te merken als doelgroep van het voorstel van Wet overleg minderhedenbeleid (WOM).

Als huidig samenwerkingsverband van Zuid-Europeanen zal ik ook het LIZE benaderen om voorstellen te doen die kunnen leiden tot een representatief samenwerkingsverband van Zuid-Europeanen.

Ik hoop u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal