24 818
Bepalingen verband houdende met de instelling van het Internationaal Tribunaal voor de vervolging van personen aansprakelijk voor genocide en andere ernstige schendingen van het internationale humanitaire recht, begaan op het grondgebied van Rwanda en van Rwandese burgers aansprakelijk voor genocide en andere van dergelijke schendingen, begaan op het grondgebied van buurlanden, tussen 1 januari 1994 en 31 december 1994

nr. 6
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 25 februari 1997

Tijdens het ordedebat van 18 februari jl.1 werd door de heer Verhagen gevraagd om informatie over de precieze voorwaarden die blijkens krantenpublicaties door mij zijn gesteld inzake de Nederlandse ondersteuning van het Rwanda Tribunaal.

De heer Verhagen verzocht verder om de tekst van het rapport van de Ondersecretaris-Generaal van de VN, Paschke, inzake het (niet) functioneren van het management van het Rwanda Tribunaal.

Als antwoord op de vraag van de heer Verhagen diene dat ik van mening ben dat verdere hulp aan het Tribunaal niet zinvol lijkt indien het management van het Tribunaal en de aansturing vanuit New York niet worden verbeterd.

Indien de Nederlandse regering extra gelden ter beschikking stelt omdat zij groot belang hecht aan het principe van Internationale Strafrechtspleging en het welslagen van het Rwanda Tribunaal, mag deze extra inspanning niet door wanbeheer en ondoelmatigheid teniet worden gedaan. Ik heb dit aan de desbetreffende instanties van de VN doen weten. Mede als reactie daarop is door de VN een onderzoek gestart dat recentelijk met een rapport met bevindingen is afgerond.

Ik heb begrepen dat de aanbevelingen daarin in grote lijnen zullen worden uitgevoerd.

Mede namens de Minister van Justitie zend ik U hiernevens het door de heer Verhagen gevraagde en door mij bedoelde rapport2.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

J. P. Pronk


XNoot
1

Zie Handelingen II nr. 18, vergaderjaar 1996–1997.

XNoot
2

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven