nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot instelling
van een vast college van advies van het Rijk op het terrein van het wetenschaps-
en technologiebeleid (Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid
1997).
De memorie van toelichting (en bijlagen), die het wetsvoorstel vergezelt,
bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
18 juli 1996
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een vast college
van advies voor de regering en de Staten-Generaal in te stellen op het terrein
van het wetenschaps- en het technologiebeleid en dat het in verband met artikel
79 van de Grondwet noodzakelijk is daartoe wettelijke bepalingen vast te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1. Instelling en omvang
1. Er is een Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid, hierna
te noemen de raad.
2. De raad bestaat uit ten minste negen en ten hoogste twaalf leden.
Artikel 2. Taak
De raad heeft tot taak de regering en de Staten-Generaal te adviseren
over het te voeren wetenschaps- en technologiebeleid in nationaal en internationaal
verband, daaronder begrepen de wetenschappelijke en technologische informatieverzorging.
Artikel 3. Inwerkingtreding
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1997.
Artikel 4. Citeertitel
Deze wet wordt aangehaald als: Wet Adviesraad voor het wetenschaps- en
technologiebeleid 1997.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
De Minister van Economische Zaken,