nr. 12
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 1 februari 2000
Naar aanleiding van de uitzending van het programma «Netwerk»
van 27 januari jl bericht ik U als volgt:
In de uitzending wordt geciteerd uit het advies van een advocaat-generaal
aan het Gerechtshof te Arnhem in het kader van de klacht van de nabestaanden
tegen de beslissing van het OM om de zaak tegen één van de drie
verdachten (de basiscommandant) niet te vervolgen. Naar aanleiding van deze
klacht, in een zogeheten artikel 12 Strafvorderingprocedure, heeft het Hof
die beslissing getoetst en in stand gelaten.
Waar in de brief wordt gesproken van een «vertrouwelijke brief»
van de eerder aangeduide advocaat-generaal, wordt gedoeld op dit advies dat
door hem tijdens die procedure (die een besloten karakter draagt) in die zaak
naar voren is gebracht.
Ik heb u bij brief van 19 oktober 1999 (24 814, nr. 11) op de hoogte
gebracht van de stand van zaken met betrekking tot het onderzoek naar de Herculesramp.
Het Openbaar Ministerie is van oordeel dat de uitkomsten van het gerechtelijk
vooronderzoek tot nu toe rechtvaardigen dat de zaken van de twee overgebleven
verdachten ter beoordeling aan de rechter worden voorgelegd. Daarbij staan
de bevindingen van het gerechtelijk vooronderzoek, in het licht van de ernst
en het belang van de zaak, voorop en geenszins de wens van het Openbaar Ministerie
verwijten te voorkomen. Naar aanleiding van de uitkomst van de artikel 12-procedure
heeft het Openbaar Ministerie zijn standpunt over de vervolging heroverwogen
en dat standpunt gehandhaafd.
Terzijde zij in dit verband opgemerkt dat bezwaarschriften van de beide
verdachten tegen verdere vervolging in april vorig jaar door de rechtbank
te Arnhem zijn afgewezen.
De vraag of levens hadden kunnen worden gered als de brandweer eerder
had ingegrepen is complex en niet onomstreden. Naar het oordeel van het OM
dient deze zaak door de rechter te worden onderzocht.
Ik vertrouw er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals