24 813
De gevolgen van de privatisering van het ABP voor de pensioenen en uitkeringen van het personeel van de Koninklijke Hofhouding (Wet gevolgen privatisering ABP voor het personeel van de Koninklijke Hofhouding)

B
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 21 juni 1996 en het nader rapport d.d. 3 juli 1996, aangeboden aan de Koningin door de minister van Binnenlandse Zaken, mede namens de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 29 mei 1996, no. 96.002896, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken, mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet met memorie van toelichting regelende de gevolgen van de privatisering van het ABP voor de pensioenen en uitkeringen van het personeel van de Koninklijke Hofhouding (Wet gevolgen privatisering ABP voor het personeel van de Koninklijke Hofhouding).

Blijkens mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 29 mei 1996, No. 96.002896, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 21 juni 1996, no. WO4.96.0216, bied ik U hierbij aan.

1. Artikel 1, onderdeel b, van het wetsvoorstel definieert het begrip «personeel van de Koninklijke Hofhouding». In die begripsomschrijving komt de aanduiding «een regerende Koning of Koningin» voor. De Raad van State onderkent dat deze bewoordingen zijn ontleend aan de tekst voor een overeenkomst, behorend bij de Wet van 27 juli 1960, houdende maatregelen met betrekking tot de pensioenen van het personeel van de Koninklijke Hofhouding. Nu de bedoelde formulering volgens het voorstel van wet deel gaat uitmaken van de wet zelf en bovendien de Wet van 27 juli 1960 blijkens artikel 9 van het wetsvoorstel zal worden ingetrokken, acht de Raad het uit een oogpunt van eenheid in de regelgeving wenselijk dat in artikel 1 voor de aanduiding van het staatshoofd de terminologie wordt gevolgd welke ter zake in de Grondwet en in de regel in de overige wetgeving wordt gebezigd. Het college adviseert daarom in artikel 1, onderdeel b, de woorden «een regerende Koning of Koningin» te vervangen door: de Koning.

2. Voor enkele redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De waarnemend Vice-President van de Raad van State,

P. J. Boukema

De Raad van State kan zich met het ontwerp verenigen nadat aandacht is geschonken aan enkele redactionele kanttekeningen. Deze kanttekeningen zijn overgenomen en verwerkt in het voorstel van wet.

Ik moge U, mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

Bijlage bij het advies van de Raad van State van 21 juni 1996, no. W04.96.0216, met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.

– Mede gelet op de redactie van artikel 3 van de Wet van 27 juli 1960 (Stb. 314) houdende maatregelen met betrekking tot de pensioenen van het personeel van de Koninklijke Hofhouding in artikel 2, tweede lid, na «brengt» toevoegen: onverwijld.

Voorts in dit artikellid «minister van Binnenlandse Zaken» vervangen door: Minister van Binnenlandse Zaken (aanwijzing 93 van de Aanwijzingen voor de regelgeving (Ar)).

– De in artikel 9 genoemde wet aanhalen overeenkomstig aanwijzing 87 Ar.

– In de paragrafen 1 en 2 van de memorie van toelichting aanwijzing 87 Ar steeds volledig in acht nemen.

– In paragraaf 2 van de toelichting «toenmalige regering» vervangen door: regering.

– In de tweede alinea van de toelichting «Koninklijke Besluiten» vervangen door: koninklijke besluiten (aanwijzing 93 Ar).

– In de eerste volzin van paragraaf 3 van de toelichting «haar pensioenreglement» vervangen door: zijn pensioenreglement.

– In paragraaf 4 van de toelichting «WPA» de eerste maal voluit schrijven met de afkorting tussen haakjes. Hetzelfde geldt ten aanzien van «Wet FVP/ABP» in paragraaf 5 van de toelichting.

Naar boven