24 811
Uitvoering van het op 29 mei 1993 te 's-Gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie en, in verband daarmee, wijziging van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen en enige andere wetten

nr. 5
AMENDEMENT VAN HET LID M.M. VAN DER BURG C.S.

Ontvangen 3 december 1997

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel 14 wordt na onderdeel Q een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

Qa

Na hoofdstuk 5 wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 5A. DE KLACHTENCOMMISSIE

Artikel 24a

1. Er is een klachtencommissie voor klachten over gedragingen van vergunninghouders. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gegeven over benoeming, samenstelling en bevoegdheden alsmede over de klachtenprocedure.

2. Het ontwerp van de in het eerste lid genoemde maatregel wordt aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. Binnen een termijn van vier weken na de overlegging kan door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen worden gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend.

Toelichting

Met dit amendement wordt het instellen van één landelijke onafhankelijke klachtencommissie beoogd, waar klachten kunnen worden ingediend over gedragingen van medewerkers van alle zogenoemde Vergunninghouders. De huidige eigen klachtenregelingen worden hierdoor overbodig. Nadere regelgeving wordt neergelegd in een amvb. Gekozen is voor een zware zogenoemde voorhangprocedure, om de mogelijkheid open te laten om vanwege de zwaarte van de problematiek te zijner tijd alsnog te kiezen voor een wettelijke regeling.

M. M. van der Burg

Dittrich

J. M. de Vries

Doelman-Pel

Rabbae

Van den Berg

Schutte

Naar boven