24 811
Uitvoering van het op 29 mei 1993 te 's-Gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie en, in verband daarmee, wijziging van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen en enige andere wetten

nr. 4
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 2 december 1997

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 13, tweede lid, onder a, wordt het woord «aspirant-pleegouders» vervangen door: aspirant-adoptiefouders.

B. Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel A, onder b en c, komen te luiden:

b. De derde definitie komt te luiden:

aspirant-adoptiefouders: echtgenoten of een persoon die een buitenlands kind met het oog op adoptie wensen op te nemen of hebben opgenomen;

c. De vierde definitie komt te luiden:

adoptiefouders: echtgenoten of een persoon die een buitenlands kind hebben geadopteerd;

2. Onderdeel F, onder 1, komt te luiden:

1. In artikel 4, onderdeel a, vervalt: tezamen schriftelijk bij Onze Minister. Toegevoegd wordt de zin: Zijn de aspirant-adoptiefouders echtgenoten, dan dient het verzoek door hen tezamen te zijn ingediend.

Toelichting

Onderdeel A van de nota van wijziging betreft een aanpassing aan de in het gehele wetsvoorstel gebruikte terminologie.

Onderdeel B geeft uitvoering aan het voornemen om interlandelijke adoptie in Nederland ook voor één persoon mogelijk te maken. Het personele werkingsbereik van de Nederlandse wet is hiermee volledig afgestemd op dat van het verdrag. Zie in dit verband de beschouwingen in de nota naar aanleiding van het verslag onder het hoofd «Eenouderadoptie en andere adoptievormen».

De Staatssecretaris van Justitie,

E. M. A. Schmitz

Naar boven