nr. 64
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
EN VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 maart 2009
Hierbij informeren wij u, mede namens de minister van Justitie, in vervolg
op de brief van de minister president van afgelopen donderdag 26 februari,
over de stand van zaken aangaande het vliegtuigongeval van woensdag 25 februari
jongstleden. Hierin moesten wij u helaas berichten dat er 9 doden vielen te
betreuren. Het aantal dodelijke slachtoffers is ten opzichte van donderdag
26 februari ongewijzigd gebleven. Thans verblijven nog 28 gewonden in
Nederlandse ziekenhuizen. Onze gedachten gaan uit naar hen die zijn omgekomen
en wij hopen op een spoedig herstel van de gewonden.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft op 2 maart
de plaats waar het vliegtuig neerstortte en betrokken medewerkers van de hulpdiensten
bezocht. Zij heeft hierbij haar waardering uitgesproken voor hun inzet bij
de bestrijding van het ongeval.
Op woensdag 4 maart heeft de voorzitter van de Onderzoeksraad voor
veiligheid de eerste bevindingen in het onderzoek naar het ongeval op 25 februari
met de Boeing 737-800 van Turkish Airlines gepresenteerd. Deze bevindingen
zijn opgenomen in de bijlage1. Volgende week verwachten
wij een preliminary report van de Onderzoeksraad, dat wij u zullen toesturen.
Daarnaast vindt door de politie Kennemerland, de Koninklijke Marechaussee
en het Korps Landelijke Politiediensten onder leiding van het Openbaar Ministerie
zelfstandig onderzoek plaats naar de vraag of er sprake is van strafbaar handelen.
Het Openbaar Ministerie en de Onderzoeksraad wisselen hierbij binnen de grenzen
van de wettelijke mogelijkheden relevante gegevens uit.
In aansluiting op de eerste bevindingen van de Onderzoeksraad en de waarschuwing
die daarbij aan de vliegtuigfabrikant Boeing is gegeven, gaat de Inspectie
Verkeer en Waterstaat, als toezichthouder op de veiligheid van
de luchtvaart in Nederland, alle Nederlandse eigenaren van verkeersvliegtuigen
verzoeken te verifiëren of de opleidingen van hun vliegers voldoende
adequaat zijn om met de door de Onderzoeksraad genoemde technische situatie
om te gaan en om hun vliegend personeel van de eerste inzichten van de Onderzoeksraad
op de hoogte te stellen. Ook wordt de eigenaren verzocht om de onderhoudshistorie
en de onderhoudsgegevens van de radiohoogtemeters te verifiëren.
Inmiddels heeft de Inspectie, in de vorm van een internationaal gebruikelijke «Notice
to Airmen», reeds een bericht van aandacht aan alle luchtvarenden die
Nederlandse luchthavens aandoen, uitgebracht.
Tijdens de inspecties op Nederlands grondgebied op in het buitenland geregistreerde
vliegtuigen zal extra aandacht besteed worden aan de registratie van onregelmatigheden
met betrekking tot de radiohoogtemeters en de registratie en afhandeling van
deze onregelmatigheden.
Ook brengt de Inspectie de verklaring van de Onderzoeksraad wereldwijd
onder de aandacht van alle verkeersvliegers die op Nederlandse bestemmingen
vliegen.
Tevens is contact opgenomen met de European Aviation Safety Agency. Dit
agentschap is in Europa verantwoordelijk voor de certificering van het betrokken
type vliegtuig en voor de ontwikkeling van veiligheidsnormen binnen de Europese
Unie. Met het oog op de lessen die uit het onderzoek zijn te trekken is bevorderd
dat de EASA in overleg met de Onderzoeksraad betrokken is bij de bevindingen
van het onderzoek.
Om de slachtoffers van de vliegramp te herdenken zal er zaterdag 7 maart
om 12 uur een herdenkingsbijeenkomst plaatsvinden in een hangar op Schiphol
Oost, waarbij vertegenwoordigers van het kabinet, delegaties namens betrokken
landen, de gemeente Haarlemmermeer, Schiphol en de hulpverlenende diensten
aanwezig zijn.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
G. ter Horst
De minister van Verkeer en Waterstaat,
C. M. P. S. Eurlings