Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 maart 2020
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft mij op 19 februari jl.
per brief verzocht om nadere informatie over een voorval op de Zwanenburgbaan op Schiphol
op zaterdag 18 januari 2020. In deze brief informeer ik u nader over deze kwestie.
Op 18 januari 2020 zijn op Schiphol zestien landingen uitgevoerd op de Zwanenburgbaan
terwijl deze baan op dat moment formeel door luchthaven Schiphol nog niet beschikbaar
was gesteld aan Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL). Deze baan is vervolgens 25
minuten in gebruik geweest. De procedure voor ingebruikname van een baan is dat LVNL
de luchthaven informeert over het tijdstip dat zij een baan in gebruik wil nemen.
Voordat de baan wordt vrijgegeven inspecteert de luchthaven de baan. Als deze inspectie
heeft plaatsgevonden, vraagt LVNL daarna formeel de baan voor ingebruikname aan bij
de luchthaven. In dit geval heeft deze formele aanvraag niet plaatsgevonden. LVNL
geeft bij navraag aan dat alle betrokken partijen wel op de hoogte waren van de ingebruikname
van de Zwanenburgbaan. De baan was geïnspecteerd en de baanverlichting met bijbehorende
stopbars, die beschermen tegen het ongeautoriseerd oprijden van de baan, waren aangezet.
Volgens LVNL is er geen sprake geweest van botsingsgevaar.
LVNL is naar aanleiding van dit voorval samen met de luchthaven Schiphol een nader
onderzoek gestart.
LVNL heeft het voorval gemeld aan de Onderzoeksraad voor Veiligheid en de ILT. Het
is aan de Onderzoeksraad om te besluiten of zij daadwerkelijk onderzoek instelt. Daarnaast
heeft LVNL het voorval gepubliceerd op de website op 24 januari.
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) staat in nauw contact met LVNL over de
voortgang van het onderzoek van LVNL en Schiphol. LVNL heeft laten weten het onderzoek
eind maart 2020 gereed te hebben. Het onderzoek moet meer inzicht bieden in de oorzaken
van het voorval en eventuele beheersmaatregelen die LVNL en/of Schiphol noodzakelijk
achten om voorvallen als deze in de toekomst te voorkomen. De ILT volgt dit onderzoek
en ik wacht de uitkomsten van dit onderzoek af. LVNL zal de uitkomsten van het onderzoek
ook zelf publiceren.
Uw Kamer heeft mij verzocht om u specifiek te informeren over de omstandigheden en
een tijdlijn aan te geven van het voorval. Gelet op het nog lopende onderzoek door
LVNL en luchthaven Schiphol kan ik hier echter niet op vooruit lopen.
Ik heb eerder kennis genomen van het bericht dat LVNL zou willen onderzoeken of juridische
stappen tegen media mogelijk en gewenst zijn met het oog op het heruitzenden van de
communicatie tussen luchtverkeersleider en piloten. Ondertussen heb ik van LVNL begrepen
dat zij afzien van deze juridische stappen.
Intussen heeft het Kamerlid Van Raan (Partij voor de Dieren) schriftelijke vragen
gesteld over deze kwestie. Ik zal u de antwoorden separaat toezenden.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga