nr. 17
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 20 maart 1998
Tijdens het nota-overleg van 16 maart 1998 inzake de IBV-TNLI heeft de
heer Rosenmöller nadere toelichting gevraagd over een mededeling van
mijn kant over de wijze waarop berekeningen in het kader van de besluitvorming
over het Gebruiksplan Schiphol 1998 heeft plaatsgevonden respectievelijk zullen
plaatsvinden.
Hierbij wil ik u, in aanvulling op eerder aan u gegeven informatie, informeren
over de stand van zaken inzake het formeel aanpassen van de berekeningsvoorschriften
i.v.m. het in de praktijk toepassen van de TOMS-maatregelen: reduced flaps,
IATA-start-procedure en motor-modificatie. (Over de laatste maatregel zijn
op 12 september 1997 door de heer Rosenmöller schriftelijk vragen gesteld.
Deze zijn op 29 september 1997 beantwoord)1.
Deze maatregelen zijn indertijd ontwikkeld door een consortium bestaande
uit het NLR, TU-Delft, de Avionica Fabrikant Collins, met als opdrachtgevers
AAS, KLM en LVB.
De maatregelen en hun effecten zijn door het consortium berekend. Aangezien
deze maatregelen in de praktijk vanaf 1 januari 1998 worden toegepast, ligt
het voor de hand dat een en ander doorwerkt in de berekeningen van de toegestane
geluidsruimte en de handhaving daarvan. Diverse partijen hebben er op aangedrongen
om deze specifieke TOMS-maatregelen zo spoedig mogelijk te laten doorwerken
in de praktijk.
Het berekeningsvoorschrift, op basis waarvan de berekeningen plaatsvinden,
is als zodanig toegepast bij de berekeningen van het gebruiksplan 1998. Waar
het hier om gaat is een appendix behorende bij het berekeningsvoorschrift.
In deze zogenoemde «Appendices» zijn de gegevens omtrent prestaties
en geluidsproduktie van vliegtuigen opgenomen die als invoergegevens voor
het rekenmodel dienen. Indien deze gegevens in de praktijk wijzigen werkt
dit ook door in de «Appendices».
Tijdens de berekeningen voor het gebruiksplan 1998 heeft AAS de TOMS-maatregelen
reduced flaps, IATA-startprocedure en motormodificatie voor de Boeing 737
als uitgangspunt genomen. Ook het NLR heeft deze aannames in haar berekeningen
ten behoeve van het gebruiksplan 1998 meegenomen. Hiervan is expliciet melding
gemaakt in het door AAS ingediende gebruiksplan. Het Gebruiksplan Schiphol
1998 is op basis van deze berekeningen vastgesteld door de Minister van V&W
en VROM. In de brief van de Minister van V&W, mede namens de Minister
van VROM van 18 december 1997, aan AAS over het Gebruiksplan Schiphol 1998
worden de bedoelde TOMS-maatregelen expliciet genoemd en wordt gesteld dat
ze worden meegenomen in het berekeningsvoorschrift. Op 19 december is een
kopie van deze brief verstuurd naar de Tweede Kamer.
De aanpassing van de appendices op deze drie punten wordt zo spoedig mogelijk
gepubliceerd in de Staatscourant.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink