24 786
Project Toekomstige Nederlandse Luchtvaart Infrastructuur (TNLI) en verlenging van het Structuurschema Burgerluchtvaartterreinen (SBL)

nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 13 maart 1998

Hierbij informeer ik u, mede namens mijn ambtgenoten van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Economische Zaken over de stand van zaken van het project Toekomstige Nederlandse Luchtvaart Infrastructuur (TNLI).

Bij brief van 2 december 1997 heeft het kabinet u de «Beleidsvisie over de toekomst van de luchtvaart in Nederland» (IBV) toegezonden. In de IBV heeft het kabinet onder voorwaarden ja gezegd tegen verdere groei van de luchtvaart en tevens de oplossingsrichtingen voor het vervolgtraject aangegeven. Eerst en vooral wil het kabinet inzetten op selectiviteitsbeleid en het optimaal benutten van Schiphol. Daarnaast zijn gelijktijdig vier onderzoekstrajecten gestart: wijziging van het banenstelsel (herconfiguratie) van Schiphol binnen de geldende milieugrenzen van de PKB, een overloopluchthaven op de Maasvlakte of in Flevoland en een satellietluchthaven op de Noordzee. In de IBV is aangegeven dat, vooruitlopend op een brede afweging van alle opties, om geen tijd te verliezen in maart 1998 een beslismoment is ingebouwd. Als er voldoende indicaties zouden zijn dat op Schiphol substantieel meer passagiers en vracht verwerkt kunnen worden binnen de PKB-milieugrenzen, dan kan het kabinet een besluit nemen tot het opstellen van een startnotitie gericht op een partiële herziening van de PKB Schiphol en Omgeving.

De afgelopen maanden is een nader onderzoek naar de mogelijkheden voor herconfiguratie uitgevoerd. De resultaten zijn bijgevoegd in de vorm van deelrapporten die betrekking hebben op geluidbelasting en fysieke capaciteit, externe veiligheid en luchtkwaliteit. Tevens is een toelichting op deze rapporten bijgevoegd.1

De stand van het herconfiguratie-onderzoek is voor het kabinet geen aanleiding om nu een startnotitie uit te brengen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven