nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Wet tot gemeentelijke herindeling in de samenwerkingsgebieden Midden-Brabant,
Breda en Westelijk Noord-Brabant en in een gedeelte van de samenwerkingsgebieden
Zuidoost-Brabant en 's-Hertogenbosch.
De memorie van toelichting (en bijlagen), die het Wetsvoorstel vergezelt,
bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
19 juni 1996
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Drunense
Duinen niet bij de gemeente Loon op Zand te voegen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Indien het bij koninklijke boodschap van 29 december 1995 ingediende voorstel
van Wet tot gemeentelijke herindeling in de samenwerkingsgebieden Midden-Brabant,
Breda en Westelijk Noord-Brabant en in een gedeelte van de samenwerkingsgebieden
Zuidoost-Brabant en 's-Hertogenbosch (Kamerstukken I 1995/96, 24 571,
nr. 268) tot wet wordt verheven, wordt deze wet als volgt gewijzigd:
De kaarten bij bovengenoemde wet worden gewijzigd zoals aangegeven op
het bij dit wetsvoorstel behorende kaartbeeld.
ARTIKEL II
Indien het bij koninklijke boodschap van 29 december 1995 ingediende voorstel
van Wet tot gemeentelijke herindeling in de samenwerkingsgebieden Midden-Brabant,
Breda en Westelijk Noord-Brabant en in een gedeelte van de samenwerkingsgebieden
Zuidoost-Brabant en 's-Hertogenbosch ((Kamerstukken I 1995/96, 24 571,
nr. 268) tot wet wordt verheven en in werking treedt, treedt deze wet op hetzelfde
tijdstip in werking.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,