24 778
Wijziging van onder meer de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs inzake het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid)

nr. 14
AMENDEMENT VAN HET LID LILIPALY C.S.

Ontvangen 27 januari 1997

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel V wordt als volgt gewijzigd:

A. De zinsnede «1 augustus 1997» wordt vervangen door: 1 augustus 1998.

B. De zinsnede «31 juli 1997» wordt vervangen door: 31 juli 1998.

II

In artikel VIA, eerste lid, wordt «met ingang van 1 augustus 1997 voor een periode van 4 jaar» vervangen door: met ingang van 1 augustus 1998 voor de periode van 4 jaar.

III

In artikel VII, tweede lid, wordt «vóór 1 augustus 1997» vervangen door: vóór 1 augustus 1998.

IV

Aan artikel VII wordt een nieuw lid toegevoegd, dat luidt:

3. De gemeenteraad voert met de bevoegde gezagsorganen van alle scholen in de gemeente op overeenstemming gericht overleg met het oog op de vaststelling van het onderwijsachterstandenplan of een besluit omtrent de verdeling van middelen indien wordt afgezien van de vaststelling van het plan. De bevoegde gezagsorganen van de scholen en andere instellingen die bij de uitvoering van het onderwijsachterstandenplan of een besluit omtrent de verdeling van middelen indien wordt afgezien van de vaststelling van het plan, betrokken worden, zijn gehouden aan de door de gemeenteraad aangewezen personen alle gevraagde bescheiden ter inzage te geven en de gevraagde inlichtingen te verstrekken die van belang zijn voor de uitvoering van dit artikel. Ten behoeve van de uitvoering van het tweede lid zijn de bepalingen van deze wet van overeenkomstige toepassing.

V

In artikel VIII wordt «1 augustus 1997» vervangen door: 1 augustus 1998.

Toelichting

Met de voorgestelde wijziging wordt voorzien in een gefaseerde inwerkingtreding van het onderhavige wetsvoorstel. De volledige planverplichting treedt in werking per 1 augustus 1998. De overlegverplichting geldt echter reeds met ingang van 1 augustus 1997. Ook de informatieplicht voor schoolbesturen geldt reeds met ingang van die datum omdat dat van belang is voor het kunnen vaststellen van de plannen per 1 augustus 1998. Invoering per 1 januari 1998 is niet mogelijk omdat in ieder geval de schoolgebonden middelen per schooljaar worden ingezet en dus feitelijk reeds per 1 augustus 1997 voor het schooljaar 1997–1998 zijn ingezet. De ruimte om over de inzet van de middelen in het plan iets te bepalen, is daarom nauwelijks aanwezig.

De data in artikel VIA, tweede lid, zijn niet gewijzigd. Met het oog op een gedegen voorbereiding is het wenselijk om de gemeentebesturen tijdig op de hoogte te stellen van de te verwachten middelen. Daarom wordt voor de opbouw van de specifieke uitkering uitgegaan van de middelen die scholen en gemeenten ontvingen over de periode van 1 augustus 1996 tot en met 1 augustus 1997.

Met het voorschrift, bedoeld in artikel VII, derde lid, dat ten behoeve van de uitvoering van het tweede lid de bepalingen van deze wet van overeenkomstige toepassing zijn, is er in voorzien dat bijvoorbeeld ook de voorschriften omtrent het kunnen vragen van advies aan de Onderwijsraad en het kunnen opnemen van een subsidieplafond in het plan, van overeenkomstige toepassing zijn bij de vaststelling van het eerste plan.

Lilipaly

Cornielje

Lambrechts

Naar boven