24 777
Wijziging van de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement om te bepalen dat het lidmaatschap van een adviescollege als bedoeld in de Kaderwet adviescolleges niet gelijktijdig mag worden uitgeoefend met het lidmaatschap van de Staten-Generaal en van het Europees Parlement

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging van de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement om te bepalen dat het lidmaatschap van een adviescollege als bedoeld in de Kaderwet adviescolleges niet gelijktijdig mag worden uitgeoefend met het lidmaatschap van de Staten-Generaal en van het Europees Parlement.

De memorie van toelichting (en bijlagen), die het Wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

14 juni 1996

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, mede gelet op artikel 57, vierde lid, van de Grondwet, wenselijk is de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement te wijzigen om te bepalen dat het lidmaatschap van een adviescollege als bedoeld in de Kaderwet adviescolleges behoudens een uitzondering niet gelijktijdig mag worden uitgeoefend met het lidmaatschap van de Staten-Generaal en van het Europees Parlement;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1, tweede lid, en artikel 2, tweede lid, wordt, telkens onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma, een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

e. lid van een adviescollege als bedoeld in de Kaderwet adviescolleges.

B

Aan het slot van artikel 1 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

5. In afwijking van het tweede lid, aanhef en onderdeel e, kan het lidmaatschap van een adviescollege als bedoeld in artikel 6 van de Kaderwet adviescolleges gelijktijdig worden uitgeoefend met het lidmaatschap van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

ARTIKEL II

Artikel 1, tweede lid, aanhef en onderdeel e, van de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement geldt niet ten aanzien van degenen die op de dag van inwerkingtreding van deze wet lid zijn van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, doch uiterlijk tot het einde van de zittingsduur van die kamer.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1997. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 1996, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken,

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

Naar boven