24 764
Loopbaanbeleid topkader politie

nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 5 juli 1996

In aansluiting op mijn brief dd. 18 juni 1996 (24 764, nr. 2) betreffende het onderwerp «plan van aanpak landelijk loopbaanbeleid topkader politie» bericht ik u dat ik inmiddels, in overeenstemming met mijn ambtgenote van Justitie, heb besloten de ontwikkeling van deze leergang te gunnen aan de Utrechtse School, een samenwerkingsverband van de universiteiten van Utrecht, Leiden en Rotterdam. Hiermee wordt beoogd dat zo optimaal mogelijk gebruik wordt gemaakt van de in Nederland beschikbare expertise op zowel het managementterrein, als op het terrein van de politiek bestuurlijke component.

Tevens wil ik bezien in hoeverre tijdens de ontwikkeling en uitvoering van de leergang gebruik kan worden gemaakt van de politie-specifieke kennis op nationaal en internationaal terrein die bij het Landelijk Selectie- en Opleidingsinstituut (LSOP) aanwezig is.

Het is mijn voornemen om voor het einde van het zomerreces dit eerste traject af te ronden.

Over de voortgang zal ik u nader informeren.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

Naar boven