nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAPAAN DE TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Mediawet in verband met verlenging van het huidige toezicht op toegang
tot draadomroepinrichtingen.
De memorie van toelichting (en bijlagen), die het Wetsvoorstel vergezelt,
bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
4 juni 1996
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de in artikel
69 van de Mediawet opgenomen tijdelijke regeling inzake het toezicht door
het Commissariaat voor de Media op de toegang tot draadomroepinrichtingen
te verlengen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Artikel 165a van de Mediawet wordt vervangen door:
Artikel 165a
Artikel 69 vervalt met ingang van 1 januari 1997. Bij koninklijk besluit
kan een ander tijdstip worden vastgesteld waarop artikel 69 vervalt.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,