24 758
Verzekering tegen geldelijke gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid en een uitkeringsregeling in verband met bevalling voor zelfstandigen, beroepsbeoefenaren en meewerkende echtgenoten (Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen)

nr. 16
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID BIESHEUVEL TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 11

Ontvangen 12 november 1996

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel 22, vijfde lid, wordt vervangen door:

5. De vrouwelijke verzekerde, bedoeld in artikel 3, eerste lid en tweede lid, onderdeel a, heeft, indien zij voorafgaand aan de dag, bedoeld in het derde lid, ongeschikt wordt tot het verrichten van haar arbeid en die ongeschiktheid haar oorzaak vindt in de zwangerschap, recht op uitkering. Deze uitkering eindigt op de dag dat het recht op uitkering in verband met bevalling ingaat. Onverminderd de tweede zin duurt de uitkering ten hoogste 52 weken te rekenen vanaf de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken.

6. De vrouwelijke verzekerde, bedoeld in artikel 3, eerste lid en tweede lid, onderdeel a, heeft, indien zij aansluitend aan de dag, bedoeld in het vierde lid, ongeschikt is tot het verrichten van haar arbeid en die ongeschiktheid haar oorzaak vindt in de bevalling of de daaraan voorafgaande zwangerschap, recht op uitkering zolang die ongeschiktheid duurt, doch ten hoogste 52 weken.

7. Voor het bepalen van het tijdvak van 52 weken, bedoeld in het vijfde en zesde lid, worden perioden van ongeschiktheid tot werken samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen.

8. Voor de toepassing van de overige bepalingen van deze wet en de daarop rustende bepalingen alsmede voor andere wetten wordt de uitkering, bedoeld in het vijfde en zesde lid, voor zover nodig aangemerkt als uitkering in verband met bevalling.

9. In afwijking van het eerste, vijfde en zesde lid:

a. ontstaat geen recht op uitkering voor de vrouw, bedoeld in artikel 3, eerste lid en tweede lid, onderdeel a, die op grond van de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 3, derde lid, van verzekering op grond van deze wet is uitgesloten;

b. ontstaat eveneens recht op uitkering volgens het tweede tot en met zesde lid, voor de vrouw, anders dan bedoeld in artikel 3, eerste lid en tweede lid, onderdeel a, die op grond van de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 3, derde lid, is verzekerd.

II

Aan artikel 23 wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:

4. Het eerste tot en met het derde lid is van overeenkomstige toepassing op de uitkering, bedoeld in artikel 22, vijfde en zesde lid.

III

Aan artikel 33 wordt een derde lid toegevoegd, luidende:

3. Teneinde een recht op uitkering als bedoeld in artikel 22, vijfde en zesde lid, geldend te kunnen maken doet de verzekerde uiterlijk op de tweede dag van de ongeschiktheid tot het verrichten van haar arbeid als bedoeld in die artikelleden, aangifte van die ongeschiktheid bij de bedrijfsvereniging.

Toelichting

In het wetsvoorstel wordt het recht op bevallingsuitkering beperkt tot de periode van zwangerschaps- en bevallingsverlof. Het amendement stelt voor, ook ziekte ten gevolge van zwangerschap of bevalling te verzekeren ingevolge de WAZ.

Deze wijziging van amendement nr. 11 brengt dat amendement in overeenstemming met de tweede nota van wijziging (stuk nr. 13).

Biesheuvel

Naar boven