nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 27 november 1996
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel I, onderdeel B, komt de tekst van artikel 29a van de Scheepvaartverkeerswet
te luiden als volgt:
Artikel 29a
1. Voor zover bij of krachtens het Koninkrijk bindende verdragen of besluiten
van volkenrechtelijke organisaties wordt voorzien in het onderwerp van de
regeling van artikel 27, eerste tot en met vierde lid, zijn deze artikelleden
niet van toepassing.
2. Indien bij of krachtens het Koninkrijk bindende verdragen of besluiten
van volkenrechtelijke organisaties wordt voorzien in het onderwerp van de
regeling van artikel 27, eerste tot en met vierde lid, zijn de artikelen 27,
vijfde lid, 28, 28a en 29 van overeenkomstige toepassing.
Toelichting
Zoals in de nota naar aanleiding van het verslag bij het antwoord op een
vraag van de leden van de GPV-fractie is aangegeven, bleek uit de tekst van
het nieuw voorgestelde artikel 29a van de Scheepvaartverkeerswet niet uitdrukkelijk
dat artikel 27, eerste tot en met vierde lid, niet van toepassing is voor
zover in het onderwerp van die bepalingen voorzien wordt door een internationaal
verbindende regeling. Een en ander diende afgeleid te worden uit de algemene
regel dat een verdrag van hogere orde is dan een wet in formele zin. Bij nader
inzien blijkt het duidelijker dit uitdrukkelijk in artikel 29a te regelen.
Hoewel de huidige regeling in het Rijnvaartpolitiereglement de inhoud van
artikel 27, eerste tot en met vierde lid, volledig regelt, wordt in artikel
29a, eerste lid, gesproken van «voor zover», zodat deze bepaling
in eventueel voorkomende gevallen in de toekomst wel geldt voor die onderdelen
van de regeling die niet (langer) gedekt zouden worden door het Rijnvaartpolitiereglement.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink