nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
Ingevolge artikel 2c, zesde lid, van de In- en uitvoerwet vervalt een
invoer- of uitvoerbesluit drie jaren na het in werking treden, tenzij bij
nadere wet anders wordt bepaald.
Bij de wet van 8 november 1993, houdende verlenging van de werking van
krachtens de In- en uitvoerwet ten aanzien van de invoer en de uitvoer van
goederen gestelde regels (Stb. 630) is de werkingsduur van de volgende besluiten
verlengd:
a. het In- en uitvoerbesluit industriële goederen 1963;
b. het Uitvoerbesluit strategische goederen 1963;
c. het In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1980;
d. het Invoerbesluit landen 1981;
e. het Besluit anti-dumpingheffingen 1982;
f. het In- en uitvoerbesluit tabak 1982;
g. het In- en uitvoerbesluit bedreigde uitheemse dier- en plantesoorten;
h. het In- en uitvoerbesluit Zuid-Afrika;
i. het In- en uitvoerbesluit Irak 1991.
Het onder e genoemde besluit wordt ingetrokken door middel van het besluit
van 4 maart 1996, houdende aanpassing van diverse algemene maatregelen van
bestuur aan de herziene douanewetgeving (Stb. 167) (artikel XXI: intrekking
van het Besluit anti-dumpingheffingen 1982), dat met ingang van 1 juni 1996
in werking treedt (Stb. 246).
De onder g en h genoemde besluiten zijn inmiddels ingetrokken. Die intrekking
heeft plaatsgevonden door middel van het besluit van 2 november 1995, houdende
intrekking van het In- en uitvoerbesluit bedreigde uitheemse dier- en plantesoorten
(Stb. 552) en het besluit van 2 december 1994, houdende intrekking van het
In- en uitvoerbesluit Zuid-Afrika (Stb. 865).
Verder is sinds de hiervoor genoemde verlengingswet van 8 november 1993
tot stand gekomen het besluit van 16 augustus 1995, houdende intrekking van
het In- en uitvoerbesluit bepaalde chemicaliën 1992 (Stb. 390) (hiervoor
niet genoemd).
Aan de overige in de hiervoor vermelde opsomming genoemde in- en uitvoerbesluiten
bestaat nog onverkort behoefte. In een bijlage bij deze memorie van toelichting
is een overzicht opgenomen van de wijzigingenHet advies van de Raad van State
wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel
25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).
van die besluiten, die sinds de verlengingswet van 8 november 1993 tot
stand zijn gekomen.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
A. van Dok-van Weele
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
J. J. van Aartsen
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H. A. F. M. O. van Mierlo
De Staatssecretaris van Financiën,
W. A. F. G. Vermeend
BIJLAGE
Na de verlengingswet van 8 november 1993 zijn de volgende wijzigingsbesluiten
tot stand gekomen:
a. het In- en uitvoerbesluit industriële goederen 1963:
– het besluit van 2 december 1994, houdende intrekking van het In-
en uitvoerbesluit Zuid-Afrika (Stb. 865) (artikel 2);
– het besluit van 21 maart 1995, houdende de eenenvijftigste wijziging
van het In- en uitvoerbesluit industriële goederen 1963 (Stb. 154);
b. het Uitvoerbesluit strategische goederen 1963:
– het besluit van 11 augustus 1994, houdende de negentiende wijziging
van het Uitvoerbesluit strategische goederen 1963 (Stb. 619);
– het besluit van 2 december 1994, houdende intrekking van het In-
en uitvoerbesluit Zuid-Afrika (Stb. 865) (artikel 3);
– het besluit van 29 maart 1996, houdende de eenentwintigste wijziging
van het Uitvoerbesluit strategische goederen 1963 (Stb. 223);
c. het In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1980:
– het besluit van 16 augustus 1995, houdende de zesde wijziging
van het In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1980 (Stb. 391).
Daarnaast worden alle in artikel 1 van dit wetsvoorstel genoemde besluiten
gewijzigd door het besluit van 4 maart 1996, houdende aanpassing van diverse
algemene maatregelen van bestuur aan de herziene douanewetgeving (Stb. 167),
dat met ingang van 1 juni 1996 in werking treedt (Stb. 246).