24 724 Studiefinanciering

Nr. 122 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 april 2014

Bij brief van 20 december 20131 heeft uw Kamer het rijksbrede actieplan ontvangen met aanvullende maatregelen ter versterking van de aanpak van fraude met publieke middelen. In deze brief bent u ook geïnformeerd over de versterking van de handhaving van de studiefinanciering. Hierbij informeer ik u graag nader over de maatregelen die ik tref om de handhaving van de studiefinanciering verder te versterken, om zo fraude en misbruik maximaal te bestrijden.

In lijn met de rijksbrede aanpak is bezien welke elementen van de studiefinanciering betekenisvolle risico’s op fraude en misbruik lopen, ondanks de al aanwezige mix van preventieve en repressieve maatregelen. Ik heb geconcludeerd dat de risico’s die overblijven naar verhouding beperkt zijn en zich vooral concentreren in een aantal zeer specifieke onderdelen van de studiefinanciering die voornamelijk samenhangen met migratie (buitenlandse studenten die in Nederland komen studeren of Nederlandse (ex-)studenten die naar het buitenland vertrekken). Ik heb besloten om daarvoor aanvullende maatregelen te treffen: verbetering van de voorlichting, een investering in fraudedetectie en uitbreiding van al bestaande controles. Bij mijn afweging heb ik de uitgangspunten van het rijksbrede actieplan in acht genomen en de balans gezocht tussen gerechtvaardigd vertrouwen, goede dienstverlening en fraudebestrijding. De concrete maatregelen licht ik hieronder toe.

Voorlichting

Intensivering van de controles zal gepaard gaan met een intensivering van de handhavingscommunicatie. Studenten moeten immers weten wat de regels zijn, om die te kunnen naleven. Vooral studenten die naar het buitenland vertrekken, moeten beter op de hoogte worden gebracht van de verplichtingen in de studiefinanciering waaraan zij moeten voldoen. Verbetering van de voorlichting kan plaatsvinden binnen de thans beschikbare budgetten.

Fraudedetectie

Met behulp van nieuwe onderzoekstechnieken en slimmere gegevensanalyses kan fraude eerder worden opgespoord. De vernieuwde fraudedetectie maakt doelgerichte en thematische handhavingsacties mogelijk. Daarbij zal ook het middel (risico)profilering, dat DUO al toepast bij de controle op uitwonendheid, op grotere schaal worden ingezet. Zo zullen bijvoorbeeld migrerend werknemers voor nader onderzoek worden geselecteerd. De kosten hiervan worden geraamd op € 0,45 miljoen per jaar. De directe baten zijn op dit moment niet goed in te schatten, maar zullen naar alle waarschijnlijkheid de kosten overstijgen in de structurele situatie.

Invordering in het buitenland

Op 5 juli 2013 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de aanvullende maatregelen die ik heb genomen om studieschulden op voormalige studenten in het buitenland krachtiger terug te vorderen.2 Oud-studenten die naar het buitenland vertrekken zonder dat zij een adreswijziging doorgeven, kunnen daardoor niet bereikt worden voor inningsactiviteiten. DUO is daarom vorig jaar begonnen met een pilot om deze studenten actief op te sporen en tot terugbetaling aan te zetten. De resultaten in het eerste jaar 2013 zijn positief te noemen en de baten wegen ruimschoots op tegen de kosten. Om studieschulden van oud-studenten in het buitenland ook in de toekomst actief en effectief te blijven terugvorderen, en het aantal beheersbaar te houden, is echter een continue inspanning nodig. DUO zal daarbij waar nodig en waar mogelijk, samenwerken met andere overheden, onder meer door aansluiting van DUO op de gegevensuitwisseling binnen het domein Werk en Inkomen. Deze maatregel kost naar schatting € 1,2 miljoen per jaar en levert naar verwachting jaarlijks ten minste € 4 miljoen op.

Migrerend werknemers

Migrerend werknemers uit andere Europese landen kunnen onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor Nederlandse studiefinanciering. Momenteel ontvangen circa 5.400 studenten studiefinanciering op basis van migrerend werknemerschap. De verificatie-activiteiten van overgelegde bewijsstukken wordt verder uitgebreid, in aanvulling op de verificatie die plaatsvindt op basis van signalen van andere instanties (m.n. werkgevers, IND, UWV en Belastingdienst). Daarbij zal ook worden gewerkt met een verdere (risico)profilering en analyse van de doelgroep om tot een meer gerichte controle te komen. De kosten worden geraamd op € 0,2 miljoen per jaar, de baten op € 0,75 miljoen per jaar.

Meeneembare studiefinanciering

Een groeiend aantal studenten volgt een opleiding in het buitenland (momenteel circa 8.500 studenten). Wanneer een studie in het buitenland wordt gevolgd, wordt vooraf door inschakeling van Nuffic gecontroleerd of de opleiding in het buitenland voldoet aan de gestelde eisen en wordt achteraf gecontroleerd of studenten ook daadwerkelijk aan de betreffende opleiding zijn ingeschreven. De huidige controles blijken nog onvoldoende te zijn ingericht op twee fraudegevoelige aspecten: gefingeerde inschrijvingen en het ontvangen van dubbele studiefinanciering (niet alleen Nederlandse studiefinanciering maar ook buitenlandse). Op deze punten zullen meer studenten gericht worden gecontroleerd. Contact met ambassades en onderwijsinstellingen alsmede internetonderzoek vraagt van DUO extra inzet. De kosten worden geraamd op € 0,1 miljoen per jaar, de baten op € 0,3 miljoen per jaar.

Eenoudertoeslag

In de afgelopen jaren is het gebruik van de eenoudertoeslag sterk gestegen (van circa 6.000 studenten in 2008 naar 10.000 in 2013). De eenoudertoeslag is een toeslag op de studiefinanciering voor alleenstaande ouders die studeren en een kind jonger dan 18 jaar verzorgen (in 2014 bedraagt die toeslag € 467,54 per maand). In de huidige situatie wordt deze groep steekproefsgewijs gecontroleerd. Hieruit blijkt dat in circa 10% van de gevallen is verzuimd om door te geven dat de studerende sinds de eerste toekenning weer een partner heeft. Er kan bij studerenden onduidelijkheid bestaan over wanneer iemand als partner wordt aangemerkt. Daarom wordt gewerkt aan verbetering van communicatie over de verplichting een wijziging in de leefsituatie door te geven. Voortaan worden alle studerenden met een eenoudertoeslag gecontroleerd. Dit brengt kosten met zich mee voor een bedrag van € 0,3 miljoen en baten die kunnen oplopen tot € 2,9 miljoen.

Inkomen binnenland

Voor de toekenning van de aanvullende beurs zijn inkomensgegevens van ouders vereist; voor de terugbetaling van een eventuele studieschuld zijn inkomensgegevens van voormalig studenten nodig, want er wordt rekening gehouden met de financiële draagkracht. In beginsel levert de Belastingdienst inkomensgegevens. Onder bepaalde voorwaarden wordt bij een inkomensterugval van de inkomensgegevens van de belanghebbende zelf uitgegaan, die dan op een later moment worden geverifieerd. Jaarlijks worden voor het verleggen van het peiljaar 20.000 aanvragen behandeld. In vergelijking met de huidige praktijk wordt de verificatie van inkomensgegevens versneld en verbeterd. Door eerder en meer gegevens uit te wisselen met de Belastingdienst kunnen onterechte toekenningen en te lage vaststelling van terugbetalingsbedragen worden voorkomen. De extra kosten voor DUO bedragen naar verwachting € 0,1 miljoen per jaar. De kosten voor de Belastingdienst worden nog onderzocht en gedekt uit de baten op de OCW-begroting. Zodra de kosten voor de Belastingdienst zijn vastgesteld, bezien Financiën en OCW gezamenlijk of de maatregel bedrijfseconomisch verantwoord is en genomen wordt. De baten zijn geraamd op ten minste € 0,6 miljoen per jaar.

Jihadstrijders met studiefinanciering

Momenteel zijn er aanwijzingen dat enkele uitgereisde jihadstrijders studiefinanciering ontvangen. Er bestaat ernstige twijfel over de doel- en rechtmatigheid van het gebruik van deze studiefinanciering. Vooral omdat het hier om personen gaat die aansluiting zoeken en vinden bij aan Al-Qa’ida gelieerde strijdgroepen in bijvoorbeeld Syrië. Wanneer dit soort concrete gevallen zich voordoen, wordt de studiefinanciering daarom direct stopgezet en vindt terugvordering plaats. Het is denkbaar dat zich in de toekomst meer gevallen zullen voordoen. Ik zet mij daarom, samen met mijn collega van V&J, blijvend in om studiefinanciering in dergelijke gevallen snel stop te zetten.

Samenvatting

De kosten van het in deze brief gepresenteerde geheel aan maatregelen bedragen in 2014 € 1,2 miljoen en in de periode 2015 tot en met 2019 € 2,45 miljoen per jaar. De baten overschrijden in alle jaren de kosten en lopen naar schatting op naar € 8,6 miljoen in 2019. De effectiviteit van de maatregelen zal goed worden gemonitord. In 2019 vindt een eindevaluatie plaats en zal aan de hand van de gerealiseerde opbrengsten nader worden besloten over de meest effectieve wijze waarop fraude in de toekomst verder wordt aangepakt. Ik vertrouw erop dat fraude en misbruik krachtig worden bestreden met de versterkte handhaving op genoemde elementen van de studiefinanciering.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker


X Noot
1

Kamerstuk 17 050, nr. 450

X Noot
2

Kamerstuk 24 724, nr. 119

Naar boven