nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID MIDDEL C.S.
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel II wordt als volgt gewijzigd:
I
In onderdeel B wordt een puntkomma ingevoegd na «artikel 65».
II
Na onderdeel B worden twee nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:
Ba
In artikel 1 wordt na onderdeel q (nieuw) een onderdeel r ingevoegd, luidende:
r. cliëntenvertrouwenspersoon: persoon die bij een voorziening of
voogdij- of gezinsvoogdij-instelling werkzaam is om, onafhankelijk van het
bestuur en van personen in dienst van de uitvoerder of de voogdij of gezinsvoogdij-instelling
aan jeugdigen op hun verzoek advies en bijstand te verlenen in aangelegenheden
samenhangend met de aan hen geboden hulpverlening.
Bb
Aan artikel 1 wordt een derde lid toegevoegd, luidende:
3. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gegeven met betrekking
tot de taak en de bevoegdheid van de cliëntenvertrouwenspersoon.
III
Onderdeel C komt te luiden:
C
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt na «de bekostiging van regionale voorzieningen»
ingevoegd: de provinciale klachtencommissie, bedoeld in artikel 49, en cliëntenvertrouwenspersonen.
2. In het vierde lid, onder b, wordt «regionale voorzieningen en
samenwerkingsverbanden» vervangen door: regionale voorzieningen, samenwerkingsverbanden,
de provinciale klachtencommissie en de cliëntenvertrouwenspersonen.
IV
In onderdeel D wordt na «de provinciale klachtencommissie, bedoeld
in artikel 49» ingevoegd: , en het bedrag dat beschikbaar zal worden
gesteld voor cliëntenvertrouwenspersonen.
Toelichting
Uit het onlangs afgesloten project «cliëntenvertrouwenspersonen»
in diverse delen van het land, blijkt dat dergelijke cliëntenvertrouwenspersonen
daadwerkelijk de positie van jongeren in de jeugdhulpverlening versterken.
Vandaar dat het gewenst is deze figuur in de wet op te nemen, met daarbij
aangegeven de te onderscheiden positie van deze figuur in relatie tot de cliëntenraad
en de klachtencommissie.
Middel
Cherribi
Van Vliet