nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Gemeentewet, houdende opneming daarin van de bevoegdheid van de burgemeester
om woningen, niet voor het publiek toegankelijke lokalen of bij die woningen
of lokalen behorende erven te sluiten bij verstoring van de openbare orde
als gevolg van gebruik van en handel in drugs.
De memorie van toelichting (en bijlagen), die het wetsvoorstel vergezelt,
bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
25 april 1996
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Gemeentewet
voor de burgemeester de bevoegdheid op te nemen om woningen, niet voor het
publiek toegankelijke lokalen of bij die woningen of lokalen behorende erven
te sluiten bij verstoring van de openbare orde als gevolg van gebruik van
en handel in drugs in die ruimten;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 174 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat als volgt luidt:
Artikel 174a
1. De burgemeester kan besluiten een woning, een niet voor het publiek
toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te sluiten,
indien in de woning of het lokaal of op het erf een middel als bedoeld in
artikel 2 of 3 van de Opiumwet wordt bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht,
afgeleverd, verstrekt of vervaardigd of aanwezig is, zonder dat dit bij of
krachtens die wet is toegestaan, en de openbare orde rond de woning, het lokaal
of het erf als gevolg hiervan ernstig wordt verstoord.
2. De burgemeester bepaalt in het besluit de duur van de sluiting.
3. Bij de bekendmaking van het besluit worden belanghebbenden in de gelegenheid
gesteld binnen een te stellen termijn maatregelen te treffen waardoor de verstoring
van de openbare orde wordt beëindigd. De eerste volzin is niet van toepassing,
indien voorafgaande bekendmaking in spoedeisende gevallen niet mogelijk is.
4. De artikelen 127, 128, 131 en 132 zijn van overeenkomstige toepassing.
B
In artikel 177, eerste lid, wordt na «174, tweede lid,» ingevoegd:
174a,.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,