24 690
Besluitvorming over grote projecten

nr. 4
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 19 december 1996

Bij brief van 17 april 1996 heb ik het Kabinetsstandpunt Besluiten over grote projecten (vergaderjaar 1995–1996, 24 690, nr. 1) aan de Tweede Kamer aangeboden. Bij brief van 17 oktober 1996 heb ik een groot aantal vragen van de vaste commissies voor VROM en Binnenlandse Zaken over genoemd kabinetsstandpunt beantwoord (vergaderjaar 1996–1997, 24 690, nr. 3).

Ik heb geconstateerd dat de in het kader van de behandeling van de VROM-begroting op 5 november door de heer Hofstra ingediende motie (vergaderjaar 1996–1997, 25 000 XI, nr. 28) op 26 november door de Tweede Kamer is aanvaard.

De inhoud van de betreffende motie houdt nauw verband met bovengenoemd Kabinetsstandpunt Besluiten over grote projecten.

Gelet hierop zou ik het op prijs stellen op korte termijn met de vaste commissies voor VROM en Binnenlandse Zaken te overleggen over genoemd kabinetsstandpunt en de daarover door mij gegeven schriftelijke antwoorden. In dat overleg zou de inhoud van de motie Hofstra dan kunnen worden betrokken.

Voor de goede orde wijs ik er tenslotte op dat ik in mijn brief van 21 oktober 1996 (vergaderjaar 1996, 24 054, nr. 27) inzake de ontwikkelingen in het ruimtelijk planningstelsel voornemens heb aangekondigd betreffende een efficiëntere inrichting van de besluitvorming over projecten.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

M. de Boer

Naar boven