24 688
Positie en subsidiëring van politieke partijen

nr. 4
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 februari 2000

Op 27 januari jl. heb ik een overleg gevoerd met de voorzitters van landelijke politieke partijen. Daarbij is – behalve over een aantal andere onderwerpen die de functie van politieke partijen betreffen – vooral ook gesproken over de positie van politieke partijen in relatie tot de financiële positie van de partijen. Verschillende voorzitters gaven aan de financiële basis van de partijorganisaties zorgelijk te vinden, mede als gevolg van teruglopende ledentallen en contributies. In dat verband is gesproken over het niveau van de overheidssubsidie, alsmede over de wenselijkheid c.q. de mogelijkheid om door sponsoring van politieke partijen door bedrijven en maatschappelijke organisaties nieuwe inkomsten te genereren.

De discussie over de financiering van politieke partijen heeft de nodige politieke en publieke belangstelling gekregen. Ik ben voornemens een notitie op te stellen met een uiteenzetting inzake het vraagstuk van de financiering van politieke partijen, daarin mogelijk begrepen aanpassing van de wet. Ik zal uw Kamer deze notitie in april doen toekomen, tezamen met het kabinetstandpunt over het Rob-advies over de positie van politieke partijen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Peper

Naar boven