24 687
Wijziging van onder meer de Wet op de onderwijsverzorging in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 7 mei 1996

De leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen1, belast met het voorbereidend onderzoek, brengen als volgt verslag uit van hun bevindingen omtrent dit wetsvoorstel.

Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen en gemaakte opmerkingen afdoende beantwoordt, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Algemeen

De leden van de PvdA-fractie hebben kennis genomen van de wijziging van onder meer de Wet op de onderwijsverzorging in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet. Deze leden constateren, dat de regering voorstelt de Wet op de onderwijsverzorging opnieuw te verlengen met vijf maanden tot 1 januari 1997. Zij kunnen ermee instemmen om de werkingsduur van de Wet op de onderwijsverzorging te verlengen, maar zijn van mening dat de in dit wetsvoorstel genoemde verlengingsperiode aan de krappe kant is.

De leden van de PvdA-fractie leggen de regering voor of het niet wenselijk is om een ruimere termijn in acht te nemen, aangezien de afronding van de behandeling van de wetsvoorstellen inzake de schoolbegeleiding en de subsidiëring van landelijke onderwijs ondersteunende instellingen naar hun mening voor het intreden van het zomerreces, zoals de regering voorstelt, niet haalbaar is. Zij vragen de regering mede uit hoofde van zorgvuldigheid waarom niet is gekozen voor een langere werkingsduur tot 1 augustus 1997. Immers, het verschil in data van inwerkingtreding van de wet kan voor de bedrijfsvoering van de OBD's consequenties hebben. Het is deze leden niet ontgaan, dat in het wijzigingsvoorstel van de Wet inzake de schoolbegeleiding (regeling schoolbegeleiding) onder Titel B Overgangsrecht, artikel B I tweede lid, de verplichting voor een OBD tot het opstellen van een jaarprogramma vervalt met ingang van 1 augustus 1997. Op grond van artikel 70 van de WOV echter dient de OBD voor 1 juli 1997 nog een jaarprogramma in te dienen voor het jaar 1998. Graag vernemen deze leden hierop een reactie van de regering.

Net als bij de schriftelijke behandeling van de voorgaande verlenging van de werkingsduur van de Wet op de onderwijsverzorging pleiten de leden van de CDA-fractie voor verlenging tot een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip. Als hier voor gekozen was bij de vorige verlenging, was veel werk niet nodig geweest. Graag vernemen de leden van de CDA-fractie hierover het standpunt van de regering.

Voorts vragen de leden van de CDA-fractie naar het strakke tijdpad wat voorzien is bij de behandeling van de twee wetsvoorstellen waarin de positie van de landelijke verzorgingsinstellingen en de schoolbegeleidingsdiensten is geregeld. De aan het woord zijnde leden vragen de regering mee te werken aan een tijdpad zodanig dat van zorgvuldige wetgeving sprake is. Het gaat immers om majeure wijzigingen op het terrein van de onderwijsverzorging waarbij veel gevraagd zal worden van de betrokken instellingen. Ook hier verwijzen deze leden naar een veel gehoorde klacht uit het onderwijsveld dat wet- en regelgeving vaak in een zeer laat stadium bekend wordt gemaakt.

Voor wat betreft de positie van het Instituut voor Onderzoek van het Onderwijs (SVO) vragen de leden van de CDA-fractie of inmiddels is nagegaan of voldoende bestuurlijk draagvlak bestaat voor de gekozen oplossing. Zij hechten eraan dat de overgang van de taken van het SVO naar het NWO en KNAW zorgvuldig wordt geregeld.

Tenslotte vragen de leden van de CDA-fractie naar de gevolgen van het voorliggende wetsvoorstel voor afspraken die gemaakt zijn o.a. tussen onderwijsverzorgingsinstellingen onderling, overheid en scholen. Deze afspraken hebben vaak een meerjarige doorwerking. Zulke afspraken kunnen niet van het één op het andere jaar worden gewijzigd. Bestendigheid van overheidsbeleid is ook hier van belang.

De ondervoorzitter van de commissie,

Van Gelder

De griffier van de commissie,

Roovers


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Beinema (CDA), Van der Vlies (SGP), M. M. H. Kamp (VVD), voorzitter, De Cloe (PvdA), Janmaat (CD), Van Gelder (PvdA), ondervoorzitter, Van de Camp (CDA), Huys (PvdA), Mulder-van Dam (CDA), Hendriks (HDRK), Rabbae (GroenLinks), Jorritsma-van Oosten (D66), De Koning (D66), Koekkoek (CDA), J. M. de Vries (VVD), Liemburg (PvdA), Stellingwerf (RPF), Lambrechts (D66), Rijpstra (VVD), Cornielje (VVD), Cherribi (VVD), Dijksma (PvdA), Sterk (PvdA), Van Vliet (D66) en Bremmer (CDA).

Plv. leden: Reitsma (CDA), Schutte (GPV), Klein Molekamp (VVD), Valk (PvdA), Poppe (SP), Duivesteijn (PvdA), Ten Hoopen (CDA), Lilipaly (PvdA), Van der Hoeven (CDA), Verkerk (AOV), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), Bakker (D66), Van 't Riet (D66), Deetman (CDA), Van Heemskerck, Pillis-Duvekot (VVD), Van der Ploeg (PvdA), Leerkes (U55+), Versnel-Schmitz (D66), Essers (VVD), Korthals (VVD), Passtoors (VVD), Van Nieuwenhoven (PvdA), Van Zuijlen (PvdA), Verhagen (CDA) en Lansink (CDA).

Naar boven