24 686
Wijziging van de Wet personenvervoer

nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID REMKES C.S.

Ontvangen 24 september 1997

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel M, wordt artikel 26 als volgt gewijzigd:

I

In het tweede lid, worden de woorden «dringende aanbevelingen» vervangen door: bindende aanwijzingen.

II

Het derde lid wordt vervangen door:

3. Gedeputeerde staten plegen alvorens gebruik te maken van de bevoegdheid, bedoeld in het tweede lid, overleg met burgemeester en wethouders van de betrokken gemeenten.

Toelichting

Bij een coördinerende rol van de provincies ten behoeve van een goede afstemming tussen stads- en streekvervoer dient een bindende aanwijzing als ultimum remedium niet op voorhand uitgesloten te zijn. Vanzelfsprekend moet het gebruik hiervan gekoppeld zijn aan een overlegplicht.

Remkes

Van den Berg

Reitsma

Naar boven