nr. 29
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Zoetermeer, 21 februari 1997
In aansluiting op het Kamerdebat van donderdag 20 februari 1997 bericht
ik u het volgende.
De omlegging van de LPC-gelden naar de scholen vindt als volgt plaats:
1. schooljaar 1999–2000 5 mln.
2. schooljaar 2000–2001 10 mln.
3. schooljaar 2001–2002 15 mln. structureel
Wellicht ten overvloede zij vermeld dat deze omlegging als zodanig via
de rijksbegroting verloopt en niet in de Wet SLOA wordt geregeld.
Het amendement 21 SLOA voorziet erin dat de overgangsperiode waarin uitsluitend
instellingen genoemd in artikel 18 in aanmerking komen voor subsidiëring
van activiteiten ex artikel 2 SLOA verlengd wordt tot 2002.
In combinatie met amendement 13 waarin de invoering van het subsidiëringsstelsel
wordt uitgesteld tot 1 januari 1999 – een amendement waar ik positief
tegenover sta – acht ik een verlenging als beoogd in amendement 21 niet
nodig.
Met de vakbondsorganisaties heb ik afgesproken dat wij samen de omleggingsoperatie
zorgvuldig zullen begeleiden met het oog op de continuïteit van de instellingen.
Ik ben van mening dat gelet op het meerjarige karakter van het onderwijsinnovatiebeleid
er geen grote jaarlijkse fluctuaties zullen zijn in de budgetten voor activiteitensubsidies
in het kader van de Wet SLOA. Om echter de beoogde flexibiliteit in het stelsel
te krijgen hecht ik eraan bovengenoemde overgangsperiode te beperken tot 3
jaar.
Tevens bied ik u hierbij, mede namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij, een vijfde nota van wijziging aan inzake het wetsvoorstel
regeling schoolbegeleiding. De nota van wijziging bevat de volgende wijzigingen.
Ten eerste is opgenomen dat de bepalingen in de WBO en de ISOVSO over
het subsidieplafond (de artikelen 113, achtste lid, resp. 108a, achtste lid)
vervallen.
Ten tweede is tijdens het debat aan de orde geweest om nieuw voor bekostiging
in aanmerking gebrachte scholen onder een nieuw opgericht bestuur dat een
federatie vormt met het bestuur van scholen die reeds schoolbegeleiding ontvangen
van een landelijke dienst naar richting, de gelegenheid te bieden om na 31
december 1997 schoolbegeleiding te ontvangen van die landelijke dienst naar
richting. In de nota van wijziging is hieraan uitwerking gegeven.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
T. Netelenbos