24 682
Wijziging van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening (adviesorganen)

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening (adviesorganen).

De memorie van toelichting (en bijlagen), die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

11 april 1996

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gewenst is de positie en taken van de in de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening genoemde adviesorganen te heroverwegen in het licht van het rapport Raad op Maat, alsmede in het licht van hetgeen in Richtlijn 92/26/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende de indeling van geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PbEG L 113), inzonderheid artikel 2, eerste lid, daarvan is geregeld ten aanzien van de afleverstatus van geneesmiddelen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de Geneesmiddelenvoorziening wordt als volgt gewijzigd:

A

Het derde lid van artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a. de eerste volzin wordt vervangen door:

Het College ter beoordeling van geneesmiddelen, genoemd in artikel 29, eerste lid, besluit bij de inschrijving in het in artikel 3, eerste lid, bedoelde register tevens, welke geneesmiddelen, indien het belang van de volksgezondheid zulks vordert, uitsluitend door de in het eerste lid, onder a, bedoelde personen, en uitsluitend op recept mogen worden afgeleverd. Bij ministeriële regeling worden de criteria vastgesteld die door het College bij het besluit in acht worden genomen, alsmede de gevallen waarin van deze criteria mag worden afgeweken. Van het besluit van het College wordt mededeling gedaan in de Staatscourant. Ieder jaar zendt het College aan Onze Minister naar de stand per 1 april van dat jaar een lijst van alle geneesmiddelen waarvan overeenkomstig de eerste volzin de afleverstatus is bepaald.;

b. in de tweede volzin vervalt «b en», en wordt «in die artikel-onderdelen» vervangen door: in dat artikel-onderdeel.

B

Artikel 6, achtste lid, vervalt.

C

Artikel 27 vervalt.

D

Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid vervalt.

2. Het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot derde en vierde lid.

3. In het derde lid (nieuw) wordt «in de voorgaande leden genoemde commissies» vervangen door: in het eerste lid bedoelde commissies.

4. In het vierde lid (nieuw) wordt «in de voorgaande leden bedoelde commissies» vervangen door: in het eerste lid bedoelde commissies.

E

Van artikel 29, eerste lid, vervalt de laatste volzin.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat per onderdeel verschillend kan zijn.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Naar boven