A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 19 februari
1996 en het nader rapport d.d. 12 maart 1996, aangeboden aan de Koningin door
de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het advies van de Raad
van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 8 januari 1996, no.96.000050, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede
namens de Minister van Justitie, bij de Raad van State ter overweging aanhangig
gemaakt het voorstel van wet met memorie van toelichting, houdende een aantal
wijzigingen van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen
en een aanpassing van de Wet afbreking zwangerschap aan de gewijzigde wetgeving
met betrekking tot accountants.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 8 januari 1996,
nr. 96.000.050, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd, 19 februari 1996, nr.W13.96.0005, bied ik U hierbij
aan.
1. In het voorstel tot wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische
ziekenhuizen is een voorstel opgenomen tot wijziging van de Wet afbreking
zwangerschap. Aangezien er geen relatie is tussen de wetten, en ook niet tussen
de voorgestelde wijzigingen, komt het naar het oordeel van de Raad van State
de helderheid ten goede wanneer twee afzonderlijke wijzigingsvoorstellen worden
gemaakt.
De Raad van State stelt voor van het wetsvoorstel, dat wijzigingsvoorstellen
bevat van een tweetal wetten, waartussen geen relatie bestaat, twee afzonderlijke
wijzigingsvoorstellen te maken.
Inderdaad bestaat er geen relatie tussen beide te wijzigen wetten. Tussen
de voorgestelde wijzigingen bestaat in zoverre een relatie dat het in alle
gevallen gaat om technische aanpassingen. Bij de Wet afbreking zwangerschap
gaat het om een wijziging die door wijziging van een andere wet noodzakelijk
is geworden. Bij de wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische
ziekenhuizen is daarvan op onderdelen eveneens sprake, zij het dat daarin
ook een aantal verduidelijkingen wordt voorgesteld en een lacune en een misslag
worden hersteld. Wij hechten er aan het wetsvoorstel, vanuit een oogpunt van
wetgevingseconomie in de oorspronkelijke opzet te handhaven.
2. Voor enkele redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de
bij het advies behorende bijlage.
Met de redactionele kanttekeningen van de Raad van State is rekening gehouden.
Het opschrift is echter niet aangepast. De wijzigingen hebben betrekking op
een aantal zodanig los van elkaar staande onderwerpen dat het beknopt weergeven
van de materiële inhoud er toe zou leiden dat in strijd zou worden gehandeld
met het tweede lid van aanwijzing 107. In artikel 10, vierde lid, zijn de
woorden «het bepaalde in » gehandhaafd omdat eenzelfde formulering
voorkomt in de artikelen 17, derde lid, 19, 30 en 34, eerste lid.
De voorgestelde wijzigingen van de artikelen 20 en 66 strekken uitsluitend
tot een aanpassing van de tekst aan de Politiewet en de Algemene wet op het
binnentreden. De door de Raad van State gesuggereerde uitbreiding houdt een
materiële wijziging in. Wij geven er de voorkeur aan een eventuele wijziging
van dien aard afhankelijk te laten zijn van de resultaten van het lopende
evaluatieonderzoek van de wet.
Ook de tekst van artikel II is gehandhaafd, omdat alle aanpassingen van
wetten aan de gewijzigde wetgeving met betrekking tot accountants op deze
wijze hebben plaats gevonden.
De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht
zal zijn geschonken.
De Vice-President van de Raad van State,
W. Scholten
Ik moge U, mede namens mijn ambtgenoot van Justitie verzoeken het hierbij
gevoegde voorstel van wet en de memorie van toelichting aan de Tweede Kamer
der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers
Bijlage bij het advies van de Raad van State van 19 februari 1996,
no.W13.96.0005, met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging
geeft.
– In het opschrift de inhoud beknopt weergeven (aanwijzing 107 van
de Aanwijzingen voor de regelgeving (Ar)).
– Met betrekking tot de aanhef aanwijzing 109 Ar in acht nemen.
– Met betrekking tot de considerans aanwijzing 118 Ar in acht nemen.
– In artikel I, onderdeel A, «artikel 10, eerste lid»
wijzigen in: artikel 10, vierde lid. Voorts «het bepaalde in»
laten vervallen (aanwijzing 52 Ar)
– In de artikelen 20, vierde lid, en 66, tweede lid, tweede zin,
van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen, na «zich
bevindt» toevoegen: of wordt verondersteld zich te bevinden.
– In artikel II «artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek» vervangen door: artikel 55 van de Wet op de Registeraccountants
en in artikel 36 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten.
– In de toelichting bij artikel I, onderdeel A, wordt verwezen naar
de bedoelingen van de wetgever die zouden kunnen worden afgeleid uit de wetsgeschiedenis.
Een nauwkeurige aanduiding van de vindplaats van deze bedoelingen aangeven
(aanwijzing 219 Ar).
– In de toelichting bij artikel I, onderdeel C, laatste zin, «artikel
16, vierde lid» wijzigen in: artikel 16, vijfde lid.