24 667
Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de mogelijkheid van tijdelijke afwijking

nr. 16
AMENDEMENT VAN HET LID DE JONG

Ontvangen 6 mei 1997

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In de considerans wordt na «arbeidsdeelname» ingevoegd: en in verband daarmee tevens de Toeslagenwet te wijzigen.

II

Na artikel I wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt:

ARTIKEL IA

De Toeslagenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, dat luidt:

5. Recht op toeslag heeft degene op wie artikel 8a van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag van toepassing is.

B

Aan artikel 8 wordt een lid toegevoegd, dat luidt:

7. Voor de persoon bedoeld in artikel 2, vijfde lid, is de toeslag gelijk aan het verschil tussen het minimumloon en het inkomen.

Toelichting

Voor degenen die effectief werken tegen een beloning onder die van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt de minimumbehoefte functie geregeld in de Toeslagenwet, waardoor zij geen beroep behoeven te doen op een aanvullende bijstandsuitkering en dus niet worden geconfronteerd met een inkomens- en vermogenstoets (en toets op het inkomen van de partner). Het gaat hierbij met name om alleenstaande ouders en alleenverdieners.

Dit amendement brengt degenen die tegen gedispenseerd minimumloon werken onder de werking van de Toeslagenwet; zulks voorkomt een beroep op de Algemene bijstandswet met de daaraan verbonden inkomens- en vermogenstoetsen. Dit zal de effectiviteit van het wetsvoorstel aanzienlijk verbeteren.

Indien dit amendement wordt aangenomen wordt in het opschrift na «Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag» ingevoegd: en van de Toeslagenwet.

De Jong

Naar boven