nr. 16
AMENDEMENT VAN HET LID DE JONG
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In de considerans wordt na «arbeidsdeelname» ingevoegd: en
in verband daarmee tevens de Toeslagenwet te wijzigen.
II
Na artikel I wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt:
ARTIKEL IA
De Toeslagenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, dat luidt:
5. Recht op toeslag heeft degene op wie artikel 8a van de Wet minimumloon
en minimumvakantiebijslag van toepassing is.
B
Aan artikel 8 wordt een lid toegevoegd, dat luidt:
7. Voor de persoon bedoeld in artikel 2, vijfde lid, is de toeslag gelijk
aan het verschil tussen het minimumloon en het inkomen.
Toelichting
Voor degenen die effectief werken tegen een beloning onder die van de
Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt de minimumbehoefte functie
geregeld in de Toeslagenwet, waardoor zij geen beroep behoeven te doen op
een aanvullende bijstandsuitkering en dus niet worden geconfronteerd met een
inkomens- en vermogenstoets (en toets op het inkomen van de partner). Het
gaat hierbij met name om alleenstaande ouders en alleenverdieners.
Dit amendement brengt degenen die tegen gedispenseerd minimumloon werken
onder de werking van de Toeslagenwet; zulks voorkomt een beroep op de Algemene
bijstandswet met de daaraan verbonden inkomens- en vermogenstoetsen. Dit zal
de effectiviteit van het wetsvoorstel aanzienlijk verbeteren.
Indien dit amendement wordt aangenomen wordt in het opschrift na «Wet
minimumloon en minimumvakantiebijslag» ingevoegd: en van de Toeslagenwet.
De Jong