nr. 14
AMENDEMENT VAN HET LID VAN HOOF
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel I worden vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IA
In artikel 24, derde lid, van de Werkloosheidswet wordt na de eerste volzin
een nieuwe volzin ingevoegd, die luidt: Een beloning als bedoeld in artikel
8a van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag staat het passend zijn
van arbeid als bedoeld in de eerste volzin niet in de weg.
ARTIKEL IB
In artikel 113, tweede lid, van de Algemene bijstandswet wordt na de eerste
volzin een nieuwe volzin ingevoegd, die luidt: Een beloning als bedoeld in
artikel 8a van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag staat het passend
zijn van arbeid als bedoeld in de eerste volzin niet in de weg.
ARTIKEL IC
In artikel 35, tweede lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte werkloze werknemers wordt na de eerste volzin een nieuwe
volzin ingevoegd, die luidt: Een beloning als bedoeld in artikel 8a van de
Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag staat het passend zijn van arbeid
als bedoeld in de eerste volzin niet in de weg.
ARTIKEL ID
In artikel 35, tweede lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt na de eerste volzin een nieuwe
volzin ingevoegd, die luidt: Een beloning als bedoeld in artikel
8a van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag staat het passend zijn
van arbeid als bedoeld in de eerste volzin niet in de weg.
Toelichting
Met dit amendement wordt beoogd arbeid met een beloning als bedoeld in
artikel 8a van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag voor een ieder
in het kader van deze wet als passend aan te merken. Hiermee wordt bereikt
dat arbeid tegen beloning onder het wettelijk minimumloon op grond van deze
wet voor een ieder als verplichtend kan worden aangemerkt.
Van Hoof