24 667
Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de mogelijkheid van tijdelijke afwijking

nr. 14
AMENDEMENT VAN HET LID VAN HOOF

Ontvangen 24 april 1997

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel I worden vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IA

In artikel 24, derde lid, van de Werkloosheidswet wordt na de eerste volzin een nieuwe volzin ingevoegd, die luidt: Een beloning als bedoeld in artikel 8a van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag staat het passend zijn van arbeid als bedoeld in de eerste volzin niet in de weg.

ARTIKEL IB

In artikel 113, tweede lid, van de Algemene bijstandswet wordt na de eerste volzin een nieuwe volzin ingevoegd, die luidt: Een beloning als bedoeld in artikel 8a van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag staat het passend zijn van arbeid als bedoeld in de eerste volzin niet in de weg.

ARTIKEL IC

In artikel 35, tweede lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers wordt na de eerste volzin een nieuwe volzin ingevoegd, die luidt: Een beloning als bedoeld in artikel 8a van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag staat het passend zijn van arbeid als bedoeld in de eerste volzin niet in de weg.

ARTIKEL ID

In artikel 35, tweede lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt na de eerste volzin een nieuwe volzin ingevoegd, die luidt: Een beloning als bedoeld in artikel 8a van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag staat het passend zijn van arbeid als bedoeld in de eerste volzin niet in de weg.

Toelichting

Met dit amendement wordt beoogd arbeid met een beloning als bedoeld in artikel 8a van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag voor een ieder in het kader van deze wet als passend aan te merken. Hiermee wordt bereikt dat arbeid tegen beloning onder het wettelijk minimumloon op grond van deze wet voor een ieder als verplichtend kan worden aangemerkt.

Van Hoof

Naar boven