24 667
Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de mogelijkheid van tijdelijke afwijking

nr. 11
AMENDEMENT VAN DE LEDEN BAKKER EN VAN ZIJL TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 101

Ontvangen 23 april 1997

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Na artikel I worden vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IA

Aan artikel 24, derde lid, tweede volzin, van de Werkloosheidswet wordt onder vervanging van de punt aan het slot door een komma, toegevoegd: alsmede arbeid tegen een beloning als bedoeld in artikel 8a van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.

ARTIKEL IB

Aan artikel 113, tweede lid, tweede volzin, van de Algemene bijstandswet wordt onder vervanging van de punt aan het slot door een komma, toegevoegd: alsmede arbeid tegen een beloning als bedoeld in artikel 8a van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.

ARTIKEL IC

Aan artikel 35, tweede lid, tweede volzin, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers wordt onder vervanging van de punt aan het slot door een komma, toegevoegd: alsmede arbeid tegen een beloning als bedoeld in artikel 8a van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.

ARTIKEL ID

Aan artikel 35, tweede lid, tweede volzin, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt onder vervanging van de punt aan het slot door een komma, toegevoegd: alsmede arbeid tegen een beloning als bedoeld in artikel 8a van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.

Toelichting

Met dit amendement wordt beoogd het beginsel van gelijke behandeling op de arbeidsmarkt ook in dit wetsvoorstel te respecteren. Zonder amendering zou de hoogte van de uitkering van een betrokkene bepalend zijn voor de vraag of een contract op basis van dit wetsvoorstel al dan niet als passende arbeid moet worden aangemerkt. Op grond hiervan zouden met name alleenstaanden een desbetreffend contract dienen te accepteren, op straffe van een mogelijke korting op hun uitkering. Anderen, met een hogere minimumuitkering, zouden hiertoe niet gehouden zijn.

Het verschil in inkomensbehoefte, zoals dat tot uitdrukking komt in de normensystematiek van de Algemene bijstandswet (alsmede in de IOAW en de IOAZ), en zoals dit in deze vangnetregelingen ook verdedigbaar is op grond van de Nederlandse en Europese regelgeving op dit terrein, dient echter niet te worden terugvertaald naar de behandeling op de arbeidsmarkt. Indieners achten althans een dergelijk onderscheid ongewenst.

Technisch is ervoor gekozen om in de desbetreffende uitkeringswetten te bepalen dat een contract op basis van deze wet niet als passende arbeid wordt aangemerkt, waarmee genoemde ongelijke behandeling wordt voorkomen.

Indien dit amendement wordt aangenomen wordt in het opschrift na «Wijziging van» ingevoegd: onder meer.

Bakker

Van Zijl


XNoot
1

Vervanging in verband met een wijziging in de ondertekening en in de toelichting.

Naar boven