24 645
Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs met betrekking tot de financiële gelijkstelling en enige technische aanpassingen

nr. 16
GEWIJZIGDE AMENDEMENTEN VAN HET LID VAN DER VLIES TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 8

Ontvangen 24 september 1996

De ondergetekende stelt de volgende amendementen voor:

I

Artikel I, onderdeel B, artikel 105a1, vierde lid, vervalt.

II

Artikel I, onderdeel B, artikel 105a1, vijfde lid, tweede volzin, vervalt.

III

Artikel II, onderdeel B, artikel 102a1, vierde lid, vervalt.

IV

Artikel II, onderdeel B, artikel 102a1, vijfde lid, tweede volzin, vervalt.

V

Artikel III, onderdeel B, artikel 96g, vierde lid, vervalt.

VI

Artikel III, onderdeel B, artikel 96g, vijfde lid, tweede volzin, vervalt.

VII

Artikel V wordt vervangen door:

ARTIKEL V

In artikel 105a1 van de Wet op het basisonderwijs vervalt het vijfde lid.

VIII

Artikel VI wordt vervangen door:

ARTIKEL VI

In artikel 102a1 van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs vervalt het vijfde lid.

IX

Artikel VII wordt vervangen door:

ARTIKEL VII

In artikel 96g van de Wet op het voortgezet onderwijs vervalt het vijfde lid.

Toelichting

De bevoegdheid van het college van B en W om de verordening tijdelijk aan te vullen is niet juist en ook niet nodig. Het vergroot de risico's van bevoordeling van bepaalde scholen, terwijl de rechtsbescherming erdoor vermindert.

De aanvulling moet weliswaar (eventueel stilzwijgend) worden bekrachtigd door de gemeenteraad, maar afwijzing heeft geen invloed meer op al ingediende aanvragen. Bovendien kan het overleg vooraf met de scholen in het gedrang komen. Zo nodig kan een gemeenteraad zelf ook snel genoeg beslissen.

Van der Vlies

Naar boven