24 637
Wijziging van de Waterstaatswet 1900 in verband met de instelling van de Staatscommissie voor de waterstaatswetgeving

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging van de Waterstaatswet 1900 in verband met de instelling van de Staatscommissie voor de waterstaatswetgeving.

De memorie van toelichting (en bijlagen), die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage,

13 maart 1996

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een vast college van advies van het Rijk in zaken van wetgeving op het gebied van de waterstaatszorg in te stellen en dat het in verband met artikel 79 van de Grondwet noodzakelijk is daartoe wettelijke bepalingen vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In de Waterstaatswet 1900 wordt ingevoegd een § 3a die luidt:

§ 3a. Staatscommissie voor de waterstaatswetgeving

Artikel 5a

1. Er is een Staatscommissie voor de waterstaatswetgeving die tot taak heeft de regering en de beide Kamers der Staten-Generaal te adviseren over de inhoud en structuur van de wetgeving op het gebied van de waterstaatszorg.

2. De Staatscommissie bestaat uit ten hoogste 12 leden.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1997.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Naar boven